Base description which applies to whole site

4.6 Artikel 36: Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidsbeleid

Deze grafiek geeft in een cirkel aan wat het aandeel is van de uitgaven op artikel 36 Contraterrorisme en nationaal veiligheidsbeleid in relatie tot de totale uitgaven (2,8%). Naast de cirkel is een staaf opgenomen met de verhouding van de uitgaven over de artikelonderdelen binnen dit artikel. In de tekst naast het artikel staan de overige uitgaven en de uitgaven op de artikelonderdelen in miljoenen euro´s Overig Justitie en Veiligheid: 14570 mln. Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding: 397 mln. Onderzoeksraad voor Veiligheid: 16 mln.

Bijdragen aan een veilig en stabiel Nederland door het voorkomen en beperken van maatschappelijke ontwrichting door dreigingen te onderkennen, de weerbaarheid van burgers, bedrijfsleven en overheidsorganen te verhogen en de bescherming van vitale belangen te versterken.

De Minister heeft een regisserende rol op het gebied van nationale veiligheid en crisisbeheersing, terrorismebestrijding en cybersecurity.36Bij Koninklijk Besluit is vastgelegd dat de Minister van Justitie en Veiligheid doorzettingsmacht heeft wanneer het gaat om het voorkomen van terroristische misdrijven. 37

De Minister is stelselverantwoordelijk voor de brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. De Minister verstrekt aan de veiligheidsregio’s een bijdrage, de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding, voor hun taken op dat gebied. Ook verstrekt de Minister een bijdrage aan het Instituut Fysieke Veiligheid om de veiligheidsregio’s bij hun taakuitvoering te ondersteunen.

Op basis van onder andere de Politiewet heeft de Minister de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis en is daarmee verantwoordelijk voor een adequate en proportionele uitvoering van de beveiliging rondom de leden van het Koninklijk Huis en hun woon- en werkverblijven. De Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Defensie zorgen voor de uitvoering daarvan in personele zin. Deze ministers hebben middelen voor deze beveiligingstaken op hun begroting staan, ongeacht of deze uitgaven voor beveiliging betrekking hebben op leden van het kabinet, van de Kamers der Staten-Generaal of het Koninklijk Huis. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties zorgt voor een adequate uitvoering van fysieke beveiliging van woon- en werkverblijven. Vanwege veiligheidsrisico’s worden deze uitgaven niet nader toegerekend, omdat daar informatie over de beveiliging aan zou kunnen worden ontleend naar de te beveiligen objecten en personen.

De maatschappelijke effecten van het beleid ter bescherming van de nationale veiligheid (onder andere crisis- en cybersecuritybeleid en terrorismebestrijding) laten zich door het grote aantal activiteiten en instrumenten, de afhankelijkheid van derden bij de realisatie van de doelstellingen en met name de onvoorspelbaarheid van gebeurtenissen die de nationale veiligheid bedreigen, niet (altijd) in prestatie-indicatoren of kengetallen uitdrukken. Kwalitatieve indicatoren zijn te vinden in de voortgangsrapportages met betrekking tot contraterrorisme en -extremisme, cybersecurity en nationale veiligheid die jaarlijks aan de Tweede Kamer worden aangeboden38.

Terrorismebestrijding

  • In 2021 heeft het kabinet de lokale aanpak voor het voorkomen en bestrijden van radicalisering en extremisme voortgezet. De meest betrokken gemeenten hebben Versterkingsgelden ontvangen om gericht te investeren in versterking van hun lokale aanpak.

  • Naast financiële ondersteuning hebben gemeenten ook weer gebruik gemaakt van het ondersteuningsaanbod van de Toolkit Evidence Based Werken (EBW) op de preventieve aanpak van radicalisering en extremisme. Om beter zicht te krijgen op de effectiviteit van lokale interventies is in 2019 deze Toolkit ontwikkeld, samen met het ministerie van SZW. Deze Toolkit biedt gemeenten en de betrokken uitvoerders kennis, geleerde lessen, handige checklists en formats aan om bestaande interventies te evalueren. Ter aanvulling op de Toolkit is een 'advies op maat'- traject aan het aanbod voor gemeenten toegevoegd.

  • Veel gemeenten hebben gebruik gemaakt van het opleidingsaanbod van het Rijksopleidingsinstituut tegengaan radicalisering (ROR) ten behoeve van deskundigheidsbevordering van lokale proffessionals. Het ROR trekt hierin op met experts van het Landelijk Steunpunt Extremisme (LSE) dat voor gemeenten een aanbod heeft op het terrein van familieondersteuning.

  • Om de detectie van reisbewegingen van terroristen verder te verbeteren is in 2021 gewerkt aan het verder ontwikkelen van het Passenger Name Records-instrument, binnen de bestaande wettelijke kaders, waarbij alle bevoegde instanties optimaal gebruikmaken van reisgegevens als instrument in de bestrijding van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit.

  • Het Europese, en meer recent nationale, wettelijk kader is geëvalueerd en de bevindingen worden geïmplementeerd.

  • Dit vormt de basis voor een versterking van de slagkracht van de opsporingsdiensten met een solide juridische grondslag en draagt bij aan een effectieve inzet van het PNR-instrument door bevoegde instanties en het versterken van het kader van gegevensbescherming.

  • Uit recent onderzoek naar re-integratie en recidive met betrekking tot de Terroristenafdeling blijkt dat aan terrorisme gerelateerde recidive 5% is. Er blijven echter zorgen over onder meer de terugkeer naar extremistische netwerken na detentie en de verwachting dat de komende periode meer terrorismeveroordeelden zullen vrijkomen.

  • Daarom is ook in 2021 onverminderd ingezet op het bevorderen van een veilige en gecontroleerde re-integratie van terrorismeveroordeelden na detentie. Versterking van het zicht tijdens en na detentie op terrorismeveroordeelden, waaronder personen zonder rechtmatig verblijf, is hier een belangrijk onderdeel van.

  • Reeds tijdens detentie wordt onder meer de cruciale informatie-uitwisseling en samenwerking tussen diverse ketenpartners gestart die na detentie onder regie van gemeenten wordt gecontinueerd.

Cybersecurity

  • Om de respons bij digitale incidenten en crises te versterken is in juni 2021 de cyberoefening IOSIDOOR 2021 georganiseerd. Aan de oefening namen vele partijen binnnen en buiten de overheid deel. De uitkomsten van de oefening worden meegenomen in de actualisering van het Nationaal Crisisplan Digitaal (NCP-D); dit zal in 2022 gereed zijn. In lijn met de aanbeveling van de evaluatiecommissie Wet veiligheidsregio's en het kabinetsstandpunt om de voorbereiding op bovenregionale, landelijke en nationale risico's in gezamenlijk op te pakken wordt het NCP-D momenteel doorontwikkeld naar een Landelijk Crisisplan Digitaal (LCP-D) met gedeeld eigenaarschap van Rijk en veiligheidsregio's in afstemming met betrokken private partners.

  • De wettelijke bevoegdheden om informatie te delen en in te grijpen zijn in kaart gebracht en gedeeld met de Kamer in februari 2021. Naar aanleiding van deze uitkomsten is een wetswijziging in gang gezet van de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen (Wbni). Deze moet het mogelijk maken dat het NCSC in ruimere zin dreigingsinformatie kan delen met aanbieders die geen vitale aanbieder zijn en evenmin deel uitmaken van de Rijksoverheid.

Weerbaarheid tegen statelijke dreigingen

  • De Tweede Kamerverkiezingen zijn in 2021 vanuit het perspectief van statelijke dreigingen zonder noemenswaardige incidenten verlopen.

  • In 2021 is de informatieuitwisseling ter verhoging van de weerbaarheid van vitale processen versterkt. De ervaringen die zijn opgedaan met de structurele aanpak in de telecomsector worden gebruikt in andere vitale processen.

  • De NCTV heeft bijgedragen aan het wetsvoorstel Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (vifo) dat op 30 juni 2021 door de minister van EZ aan de Kamer is gezonden (Kamerstuk 35880).

  • Er is in 2021 ingezet op bewustwording om nationale veiligheidsrisico's bij inkoop vanuit de overheid en vitale infrastructuur te signaleren en beheersbaar te maken.

  • De NCTV heeft in interdepartementaal verband meegewerkt aan het uitwerken van maatregelen op het gebied van bewustwording, veiligheidsbeleid en aan een toetsingskader voor studenten en onderzoekers. Er is deelgenomen aan een gespreksronde met nagenoeg alle kennisinstellingen en koepels over kennisveiligheid, aan het opzetten van een kennisveiligheidsloket en aan de totstandkoming van een nationale leidraad kennisveiligheid. Zowel het loket als de leidraad zijn op 31 januari 2022 gelanceerd.

Bewaken en BeveiligenDe in 2020 gestarte versterking van het stelsel bewaken en beveiligen is in 2021 voortgezet. Er zijn belangrijke uitbreidingen in capaciteit gerealiseerd. De eerste vier Bewaken en Beveiligenteams van de politie zijn operationeel. Ook is gestart met de werving van twee volgende teams. De benodigde capaciteit voor 24-uurs cameratoezicht bij de politie is eveneens gerealiseerd. Bij de Koninklijke Marechaussee is een deel van de bestaande capaciteit voor objectbeveiliging geschikt gemaakt om ook persoonsbewaking uit te voeren. De werving en selectie van extra personeel voor deze taken wordt voorbereid.

Evaluatie Wet Veiligheidsregio'sOp 3 februari 2021 heeft het kabinet een standpunt op hoofdlijnen op het rapport van de Commissie evaluatie Wet veiligheidsregio’s aan de Tweede Kamer aangeboden.39 Daarin heeft het kabinet de totstandkoming van een integraal wettelijk kader dat betrekking heeft op de crisisbeheersing en de brandweerzorg aangekondigd. Doel van het wettelijk kader is een samenhangend stelsel waarbinnen overheden slagvaardig onderling en met (private) crisispartners, maatschappelijke organisaties en burgers samenwerken om een grote verscheidenheid aan typen van incidenten en crises te kunnen beheersen. De Tweede Kamer heeft het onderwerp controversieel verklaard.40

Agenda Risico- en Crisisbeheersing 2018-2021De Tweede Kamer is op 30 april 2021 met een slotbrief geïnformeerd over de uitvoering van de agenda Risico- en Crisisbeheersing 2018-2021 van het vorige kabinet41. Hierbij zijn ook de landelijke crisisplannen Hoogwater en Overstroming en Straling met de Tweede Kamer gedeeld. De gezamenlijke voorbereiding en planvorming van de nationale overheid, veiligheidsregio’s en vitale partners op het gebied van gas, elektriciteit en luchtvaartongevallen zijn in 2021 geactualiseerd en nader uitgewerkt. Er is gestart met de actualisering en doorontwikkeling van het landelijk crisisplan digitaal. Dit zal in 2022 aan de Kamer worden aangeboden. Met het Veiligheidsberaad zijn nadere afspraken gemaakt over de vertegenwoordiging van de veiligheidsregio’s in de nationale crisisstructuur zowel bij de aanpak van de coronacrisis als ook in bredere zin.

Rechtspositie brandweervrijwilligersOp verzoek van de Tweede Kamer is door juristen opnieuw gekeken naar de mogelijkheden om binnen de geldende Europeesrechtelijke en interna- tionaalrechtelijke kaders de huidige rechtspositie van brandweervrijwilligers maximaal te behouden. Uit dit onderzoek is gebleken dat het noodzakelijk is om bouwsteen 1, zoals gedefinieerd door de denktank, te implementeren in de veiligheidsregio’s. Aan deze conclusie zal in samen werking met het Veiligheidsberaad vervolg worden gegeven door middel van een implementatieplan en vervolgonderzoek. Zoals ook toegezegd aan de Kamer42 zijn er in 2021 geen onomkeerbare stappen gezet betrekkende de taakdifferentiatie.

Wet tegemoetkoming schade (WTS)Over de afhandeling van de waterschade, die medio juli in Limburg en Noord-Brabant is ontstaan, valt te melden dat op peildatum 14 december 2021 er bij RVO 2325 meldingen waren gedaan en er 1513 schade- expertises gepland of reeds uitgevoerd waren. RVO heeft 438 aanvragen ontvangen op genoemde peildatum en er is ca. € 5,2 mln. uitbetaald aan 234 gedupeerden.

COVID-19Het tijdelijke Directoraat-Generaal Samenleving en Covid-19 (DGSC) is als gevolg van het voortduren van de COVID-pandemie nog geheel 2021 actief geweest en krijgt een vervolg tot in ieder geval 1 juni 2022. De directie Evaluatie en Verantwoording – onderdeel van DGSC - gaat na de voorbereidingen in 2021 nu in 2022 vol aan de slag om in samenwerking met alle departementen te komen tot uit de COVID-pandemie te leren lessen. Daarnaast worden ook de vier andere taken van DEV – parlementaire verantwoording, coördinatie WOB/WOO-verzoeken, tijdlijnreconstructie COVID-19 en coördinatie Hotspot archivering COVID-19 – voortgezet.

Tabel 27 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 36 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Vastgestelde Begroting 20211

Verschil

Art.nr.

Verplichtingen

258.157

274.794

246.699

349.738

444.240

287.748

156.492

         
 

Programma-uitgaven

255.711

273.373

256.921

337.348

412.629

287.748

124.881

36.2

Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding

       
 

Bijdrage Agentschappen

       
 

Overige bijdragen agentschappen

0

39

110

149

3.688

330

3.358

 

Bijdrage ZBO/RWT's

       
 

Instituut Fysieke Veiligheid

29.374

32.311

30.361

102.764

62.542

30.372

32.170

 

Bijdrage medeoverheden

       
 

Brede Doeluitkering Rampenbestrijding

179.323

196.042

184.037

172.469

176.495

172.799

3.696

 

COVID-19

0

0

0

0

78.248

0

78.248

 

Overige bijdragen medeoverheden

5.874

3.466

5.549

10.816

10.900

29.692

‒ 18.792

 

Subsidies

       
 

Nederlands Rode Kruis

1.400

1.240

1.200

1.200

1.272

1.291

‒ 19

 

Nationaal Veiligheids Instituut

1.265

1.021

981

1.561

1.746

1.285

461

 

Overige subsidies

4.908

5.149

3.657

4.640

4.958

2.730

2.228

 

Opdrachten

       
 

Project NL-Alert

5.243

4.336

4.254

3.630

3.148

4.597

‒ 1.449

 

NCSC

4.121

6.534

5.724

10.504

9.102

8.735

367

 

COVID-19

0

0

0

4.920

31.617

14.150

17.467

 

Regeling tegemoetkoming schade 2021

0

0

0

0

6.697

0

6.697

 

Overige opdrachten

11.854

10.600

7.302

8.650

6.622

8.578

‒ 1.956

         

36.3

Onderzoeksraad voor Veiligheid

       
 

Bijdrage ZBO/RWT's

       
 

Onderzoeksraad voor Veiligheid

12.349

12.635

13.746

16.045

15.594

13.189

2.405

         
 

Ontvangsten

565

589

568

640

33.161

2.000

31.161

1

de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de eerste suppletoire begroting, tweede suppletoire begroting, incidentele suppletoire begroting(en) en de slotwet. De reden hiervoor is dat in het jaarverslag de ISB(s) die zijn ingediend tussen de vaststelling van de ontwerpbegroting en de vaststelling van de eerste suppletoire begroting zijn opgeteld bij realisatie.

Verplichtingen

Het verschil tussen de begroting en de realisatie wordt voor € 124,9 mln. toegelicht bij de uitgaven-instrumenten. Het overige verschil van € 29,1 mln. wordt grotendeels veroorzaakt doordat op een aantal instrumenten het bedrag van de aangegane verplichtingen hoger is dan de in dit jaar verantwoorde uitgaven. Het betreft hier met name aangegane verplichtingen voor schade Limburg (€ 23,4 mln) en versterkingsgelden lokale integrale aanpak van radicalisering, extremisme en terrorisme voor 2022 (€ 6,1 mln.).

Uitgaven

36.2 Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding

Bijdrage Agentschappen

Overige bijdragen agentschappen

Dit betreft de kosten van de Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO), die de uitvoeringsorganisatie is van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen en de bijstands- en bestrijdingskosten op grond van de Wet veiligheidsregio’s. De realisatie heeft betrekking op het paraat houden van de uitvoeringsorganisatie. Het verschil tussen begroting en realisatie houdt verband met de uitvoeringskosten als gevolg van de waterramp in Limburg en Noord-Brabant medio juli.

Bijdragen ZBO/RWT’s

Instituut Fysieke Veiligheid (IFV)

Het IFV verricht taken op het terrein van crisisbeheersing, rampenbestrijding, brandweer en GHOR. De wettelijke taken betreffen onder meer het ontwikkelen, beheren en beschikbaarstellen van kennis op dit terrein, het opleiden van brandweerofficieren, de uitvoering en organisatie van brandweerexamens alsmede de verwerving en het beheer van (rampenbestrijdings-)materieel. Het IFV ontvangt voor wettelijke taken op grond van artikel 2 van het Besluit rijksbijdragen IFV een bijdrage.

Los van de bijdrage van JenV voor wettelijke taken verricht het IFV in opdracht van de veiligheidsregio’s gemeenschappelijke werkzaamheden en, op commerciële basis, werkzaamheden voor derden, zoals bedrijven, ministeries en gemeenten (ook wel aangeduid als wettelijk toegestane werkzaamheden).

Het verschil van € 32 mln. tussen begroting en realisatie betreft (incidentele) bijdragen aan het IFV voor onder andere de opdracht die is verkregen voor de beveiliging van de GGD vaccinatielocaties.

Bijdragen aan medeoverheden

Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDuR)

De BDuR is een lumpsumbijdrage die wordt verstrekt aan de 25 veiligheidsregio’s voor de uitvoering van wettelijke taken. Dit betreft onder andere de volgende hoofdtaken (zie ook artikel 10 van de Wet Veiligheidsregio’s):• de bestrijding van branden en het organiseren van rampenbestrijding en crisisbeheersing;• het instellen en in stand houden van de brandweer en de geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen.

Naast deze rijksbijdrage, die ongeveer 15 procent van de inkomsten van de veiligheidsregio’s behelst, ontvangen de veiligheidsregio’s een bijdrage van de gemeenten. De verdeling van de BDuR over de veiligheidsregio’s in een vast en een variabel deel vindt plaats conform het verdeelsysteem dat te vinden is in bijlage 2 van het Besluit veiligheidsregio’s. In overeenstemming met artikel 8.1 van het Besluit veiligheidsregio’s worden de bijdragen bekend gemaakt in een brief die wordt verstuurd aan de veiligheidsregio’s.Het verschil van € 4 mln. tussen begroting en realisatie betreft de uitgekeerde tranche van de loon- en prijsbijstelling 2021-2026.

Bijdrage medeoverheden COVID-19

In 2021 is er door gemeenten € 33,2 mln. aangevraagd voor tijdelijke coronabanen. De middelen zijn uitgekeerd aan gemeenten op basis van aanvragen. De regeling liep tot 1 oktober 2021. In het najaar is € 45 mln. beschikbaar gesteld aan veiligheidsregio’s ten behoeve van ondersteuning op de controle van coronatoegangsbewijzen.

Overige Bijdragen

De realisatie in 2021 is € 19 mln. lager dan begroot. Een bedrag van € 3,6 mln. is overgeboekt naar andere ministeries voor de uitvoering van beleid en is er voor een bedrag van € 2,5 mln. herschikt naar andere artikelonderdelen binnen JenV. Een bedrag van € 2,5 mln. is niet uitgegeven omdat de zorgvuldige afstemming met externe partijen over het treffen van beveiligingsmaatregelen meer tijd heeft gevraagd dan ingeschat. Daarnaast zijn de communicatie activiteiten rondom corona gefinancierd uit het toegekende corona budget. Tenslotte is de ontwikkeling van de Passagiersinformatie-eenheid vertraagd, mede ook door de coronacrisis (€ 10,0 mln.).

Subsidies

Nederlands Rode Kruis

Jaarlijks ontvangt het Nederlandse Rode Kruis een subsidie van JenV ten behoeve van de ondersteuning van de grootschalige geneeskundige hulpverlening en de tracing (het opsporen van familieleden met wie het contact is verloren als gevolg van een situatie waarin humanitaire actie vereist is). Deze subsidie wordt toegekend op grond van artikel 8 van het Besluit Rode Kruis.43

Nationaal Veiligheidsinstituut

Het Nationaal Veiligheidsinstituut ontvangt subsidie om een landelijk expositiecentrum op het terrein van veiligheid te beheren. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Opdrachten

Project NL-Alert

NL-Alert is het alarmmiddel van de overheid dat de bevolking waarschuwt en informeert over een noodsituatie. Een NL-Alert wordt uitgezonden bij levens- en gezondheidsbedreigende situaties. In ieder NL-Alert bericht staat wat er aan de hand is, wat mensen moeten doen, en waar informatie en updates kunnen worden gevonden. NL-Alert wordt ontvangen op de mobiele telefoon en daarnaast getoond op digitale reclameborden en vertrekborden in het openbaar vervoer. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid financiert de jaarlijkse beheer- en exploitatiekosten voor het NL-Alert systeem, de doorontwikkeling ervan en andere activiteiten zoals publieksvoorlichting en opleiding. De geringere uitgaven op dit instrument houden verband met de gewijzigde aanpak ten behoeve van de ontwikkeling van een nieuwe NL-Alert app. De uitgaven op dit instrument zijn met name lager doordat de NL-Alert app niet kon worden gepromoot. Hierdoor konden ook andere projecten geen doorgang vinden.

Regeling tegemoetkoming schade 2021

Op grond van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) kunnen de door de overstromingen in juli getroffen inwoners en organisaties in Limburg worden bijstaan. Om gedupeerden deels tegemoet te komen bij schade die niet redelijkerwijs verzekerbaar, niet verhaalbaar en niet vermijdbaar is, is onder de Wts de Regeling tegemoetkoming schade 2021 opgesteld. In 2021 is € 6,7 mln. aan schadevergoeding uitgekeerd.

COVID-19

De onderschrijding is vooral veroorzaakt door lagere uitgaven voor het doen van onderzoek op het gebied van gedrag en gedragsbeïnvloeding. Ook gedragsinterventies hebben veel beperkter plaats gevonden dan vooraf beraamd. Verder zijn de voorziene middelen voor activiteiten die gerelateerd zijn aan het einde van de pandemie nog niet aangewend. Met het voortduren van de pandemie zijn ook de voorlichtingsactiviteiten voortgezet. Tevens is het call center actief gebleven. Voor deze uitgaven is bij de tweede suppletoire begroting een budget van € 19 mln. toegekend.

36.3 Onderzoekszaak voor de Veiligheid

Bijdragen ZBO/RWT’s

Onderzoekszaak voor de Veiligheid (OvV)

De OvV verricht op grond van de rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid onafhankelijk onderzoek en stelt op basis daarvan aanbevelingen op voor het structureel vergroten van de veiligheid. De OvV fungeert als onafhankelijk onderzoeksorgaan, dat op eigen gezag kan besluiten tot het doen van onderzoek naar de oorzaak van (ernstige) ongevallen en rampen of een dreiging daartoe.De onderzoeken die zijn gedaan in 2021 zijn te vinden op www.onder-zoeksraad.nl.

Ontvangsten

De extra ontvangsten op dit artikel zijn met name een gevolg van de afrekening van de bevoorschotte uitgaven voor de aanleg van een noodvoorraad persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) voor 45 dagen.

36

De verantwoordelijkheid van de Minister is gebaseerd op de Wet veiligheidsregio’s (verantwoordelijkheid voor het stelsel van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening in de regio (GHOR), rampenbestrijding en crisisbeheersing), de Politiewet 2012 (bewaken en beveiligen), de Luchtvaartwet (beveiliging burgerluchtvaart) en het Koninklijk Besluit van 14 december 2005 (terrorismebestrijding).

37

Besluit van 14 december 2005, houdende tijdelijke herindeling van ministeriële taken in geval van een terroristische dreiging met een urgent karakter, Stb. 2005, nr. 662.

38

Voor de meest recente versies wordt verwezen naar respectievelijk: brief integrale aanpak Jihadisme (2014/2015, 29 754, nr. 307); Brief dreigingsbeeld cyber security (2017/2018, 26 643, nr. 32), Voortgangsbrief Nationale Veiligheid (2014/2015, 30 821, nr. 23).

Licence