Base description which applies to whole site

4.5 Artikel 5 Werkloosheid

De overheid beschermt werknemers tegen de financiële gevolgen van werkloosheid en stimuleert hen het werk te hervatten.

De overheid biedt werknemers die hun baan verliezen en geheel of gedeeltelijk werkloos worden, bescherming tegen het verlies aan loon als gevolg van werkloosheid. Zij kunnen een beroep doen op een uitkering die voorziet in een tijdelijk inkomen om de periode van werkloosheid te overbruggen. Hiervoor zijn werknemers verplicht verzekerd op grond van de Werkloosheidswet (WW). Door middel van instrumenten als bijvoorbeeld de sollicitatieplicht, het besluit passende arbeid en inkomstenverrekening stimuleert de overheid een terugkeer naar werk.

Werklozen die bij instroom in de WW ouder zijn dan 60 jaar en 4 maanden, komen na afloop van hun WW-recht in aanmerking voor een uitkering op minimumniveau op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW).

Als het totale inkomen van de uitkeringsgerechtigde WW of IOW en diens eventuele partner onder het sociaal minimum ligt, kan de uitkeringsgerechtigde een toeslag ontvangen tot het sociaal minimum op grond van de Toeslagenwet (TW), zie beleidsartikel 2.

Werknemers in Caribisch Nederland ontvangen bij beëindiging van de dienstbetrekking anders dan door de schuld van de werknemer op grond van de Cessantiawet een eenmalige uitkering, te betalen door de werkgever. Als de werkgever wegens faillissement of surseance van betaling niet in staat is om de uitkering (tijdig) te betalen, neemt de overheid deze verplichting over.

De Minister financiert de inkomensondersteuning met begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen. Daarnaast stimuleert de Minister met financiële instrumenten initiatieven die bijdragen aan de werking van de arbeidsmarkt. Bij de premiegefinancierde uitkeringsregelingen regisseert de Minister. Zij is in deze rollen verantwoordelijk voor:

  • de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;

  • de vaststelling van het niveau van de uitkeringen van de onderscheiden regelingen;

  • het borgen van het activerend karakter van de regelingen en van hun bijdrage aan de werking van de arbeidsmarkt;

  • de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door UWV;

  • de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

Verlenging regeling Tijdelijk Scholingsbudget UWV 2020

De regeling Tijdelijk Scholingsbudget UWV 2020 is in 2021 met één jaar verlengd. Het scholingsbudget WW is verhoogd van € 9 miljoen in 2020 naar € 26 miljoen in 2021. Dit kwam voort uit het bredere steunpakket in het kader van de coronacrisis (Kamerstukken II 2019/20, 35 420, nr. 105). De verwachting was dat een stijging in het aantal werklozen in 2021 en de veranderde situatie op de arbeidsmarkt zou leiden tot een grotere behoefte aan scholing voor WW-gerechtigden. Hoewel er een duidelijke toename van het aantal scholingstrajecten in 2021 te zien was, ruim 5.850, is het aantal werklozen niet naar verwachting gestegen. Dit heeft geleid tot een realisatie van € 21,1 miljoen aan scholingstrajecten in 2021.

Crisisdienstverlening

Het kabinet heeft het afgelopen jaar ingezet op het voorkomen van werkloosheid als gevolg van COVID-19 met de inzet van aanvullende crisisdienstverlening. Deze aanvullende dienstverlening wordt uitgevoerd door 35 regionale mobiliteitsteams die in 2021 zijn opgericht waarin gemeenten, UWV en sociale partners samenwerken. De regionale mobiliteitsteams helpen mensen die sinds 12 maart 2020 hun baan zijn kwijtgeraakt of dreigen kwijt te raken, met extra aandacht voor kwetsbare groepen. Ook bieden ze bedrijven c.q. sectoren ondersteuning bij het vinden van voldoende gekwalificeerd personeel. Binnen de teams bundelen de professionals van onder andere gemeenten, UWV en de vakbonden hun expertise en delen ze dienstverleningsinstrumenten. Zo komt een breed palet aan ontschotte dienstverlening beschikbaar en meer mogelijkheden om de passende hulp te bieden aan mensen.

Na een periode van opstarten en implementeren zijn sinds september alle 35 regionale mobiliteitsteams actief. Door de verschillende startdata van de regionale mobiliteitsteams in het afgelopen jaar kan momenteel nog geen compleet beeld worden gegeven over hoeveel mensen exact geholpen zijn door de regionale mobiliteitsteams, een dashboard met kwantitatieve informatie over de instroom, uitstroom en ingezette dienstverlening is in ontwikkeling. De vraag naar dienstverlening van de regionale mobiliteitsteams lijkt echter mee te vallen. Dit komt vermoedelijk door de gefaseerde opstart in het jaar en de krapte op de arbeidsmarkt. In 2021 hebben de regionale mobiliteitsteams veel ingezet op persoonlijke dienstverlening aan het loket. Er is echter zeer beperkt gebruik gemaakt van de dienstverleningsbudgetten door de regionale mobiliteitsteams. Het kabinet zag eind 2021 een stijgende lijn van de inzet van crisisdienstverlening.

Uitstel Business Case Verwijtbare Werkloosheid

De implementatie van het risicomodel verwijtbare werkloosheid (als uitvloeisel van het onderzoek naar de effectiviteit van de controle op verwijtbare werkloosheid) is door aanvullende werkzaamheden wegens de coronapandemie met één jaar vertraagd, ten opzichte van de oorspronkelijk geplande implementatie in 2021. Gedurende die periode van vertraging is de reeds bestaande controle op verwijtbare werkloosheid door UWV gecontinueerd. De vertraging in het implementatieproces heeft geleid tot een temporisering van de ingeboekte netto besparing van structureel € 21 miljoen. De implementatie is naar verwachting aan het einde van 2022 afgerond.

Tijdelijke regeling tegemoetkoming Westhaven

De Minister van SZW heeft een tijdelijke tegemoetkoming beschikbaar gesteld voor werknemers in de Westhaven. Deze tegemoetkoming is voor werknemers die als gevolg van de sluiting van de Hemwegcentrale hun baan zijn kwijtgeraakt en daardoor inkomensverlies lijden. De regeling is op 20 mei 2020 in werking getreden. De aanvraagtermijn is inmiddels gesloten; er zijn 8 aanvragen gehonoreerd. Het gebruik is daarmee minder dan verwacht.

Herleving beleidsregels werktijdverkorting

Op 1 oktober 2021 herleefden de beleidsregels werktijdverkorting 2004. De Minister van SZW kan aan de hand van die beleidsregels bedrijven die te maken hadden met buitengewone omstandigheden, weer een ontheffing van het verbod op werktijdverkorting voor kortdurende verminderde inzet van arbeidscapaciteit verlenen. De mogelijkheid tot het verlenen van ontheffingen was stopgezet in maart 2020, vanwege de explosieve toename van het aantal verzoeken om ontheffing in verband met corona-gerelateerde omstandigheden. De Minister van SZW kondigde bij de herleving van de beleidsregels aan - in het verlengde van de aanleiding voor het intrekken van de NOW - geen ontheffing van het verbod op werktijdverkorting te verlenen indien de aanvraag daarvoor verband houdt met corona. Sinds 1 oktober zijn er 49 aanvragen voor ontheffing van het verbod op werktijdverkorting ingediend, waarvan geen enkele is goedgekeurd. Veruit meest voorkomende reden voor afwijzing is dat de aanvraag corona-gerelateerd bleek.

Tabel 45 Begrotingsgefinancierde budgettaire gevolgen van beleidsartikel 5 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Verplichtingen

173.025

104.008

126.669

129.951

174.212

253.616

‒ 79.404

        

Uitgaven

166.729

108.108

124.430

131.300

163.923

255.146

‒ 91.223

        

Inkomensoverdrachten

       

IOW

65.037

69.600

102.626

116.469

115.352

114.418

934

Cessantiawet (Caribisch Nederland)

24

20

46

36

294

107

187

Tijdelijke regeling tegemoetkoming Dagloonbesluit

92.900

28.500

0

35

0

0

0

Tijdelijke regeling tegemoetkoming Westhaven

0

0

0

9

71

314

‒ 243

Subsidies

       

Experimenten 50+

703

2.108

0

332

0

0

0

Scholing en plaatsing oudere werklozen

5.000

331

6

0

0

0

0

Ontwikkeladvies 45+

0

636

10.707

4.733

0

0

0

Overige subsidies algemeen

1.803

1.872

793

568

754

1.530

‒ 776

Coördinatie crisisdienstverlening

0

0

0

0

6.565

6.500

65

Opdrachten

       

Opdrachten

1.262

1.041

272

118

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       

Scholing WW

0

4.000

9.980

9.000

21.122

26.000

‒ 4.878

Crisisdienstverlening

0

0

0

0

19.460

106.277

‒ 86.817

Bijdrage aan agentschappen

       

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

0

0

0

0

305

0

305

Ontvangsten

1.171

3.398

10.789

1.300

1

0

1

        

Ontvangsten

       

Restituties

1.171

3.398

10.789

1.300

1

0

1

1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW. De stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de eerste suppletoire begroting, tweede suppletoire begroting, incidentele suppletoire begrotingen en de slotwet. De reden hiervoor is dat in het jaarverslag de incidentele suppletoire begrotingen die zijn ingediend tussen de vaststelling van de ontwerpbegroting en de vaststelling van de eerste suppletoire begroting zijn opgeteld bij de realisatie.

Tabel 46 Premiegefinancierde budgettaire gevolgen van beleidsartikel 5 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Uitgaven

5.139.206

4.402.744

3.916.464

4.288.372

3.786.240

6.540.477

‒ 2.754.237

        

Inkomensoverdrachten

       

WW

5.139.206

4.402.744

3.916.464

4.288.372

3.786.240

6.449.130

‒ 2.662.890

        

Nominaal

0

0

0

0

0

91.347

‒ 91.347

        

Ontvangsten

329.026

301.000

260.000

226.961

189.830

309.423

‒ 119.593

        

Ontvangsten

       

Ufo

329.026

301.000

260.000

226.961

189.830

305.149

‒ 115.319

Nominaal

0

0

0

0

0

4.274

‒ 4.274

Inkomensoverdrachten
Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW)

De IOW geeft werklozen die bij aanvang van de WW-uitkering 60 jaar en vier maanden of ouder zijn, na afloop van hun WW-uitkering recht op een vervolguitkering. Ook gedeeltelijk arbeidsgeschikten die bij aanvang van de loongerelateerde WGA-uitkering 60 jaar en vier maanden of ouder zijn, kunnen na afloop van hun loongerelateerde uitkering recht hebben op IOW.

De IOW is een tijdelijke regeling. Oudere WW’ers en WGA’ers kunnen in aanmerking komen voor een IOW-uitkering als zij vóór 1 januari 2024 werkloos of gedeeltelijk arbeidsongeschikt worden. De IOW wordt uitgevoerd door UWV.

Budgettaire ontwikkelingen

De IOW-uitgaven zijn in 2021 zo'n € 1 miljoen hoger uitgevallen dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 2 miljoen) is de realisatie € 1 miljoen lager dan begroot. De voornaamste oorzaak hiervoor is een lager volume. De uitgaven stijgen doordat de uitkeringslasten voor 2020 te laag waren bevoorschot aan UWV. Als gevolg hiervan heeft in 2021 een nabetaling plaatsgevonden van € 4 miljoen. Door de lagere volumes is de besparing als gevolg van de private aanvulling WW (PAWW) € 4 miljoen lager dan verwacht.

Beleidsrelevante kerncijfers

Het aantal IOW-uitkeringen is in 2021 800 lager uitgevallen dan begroot. Dit is vermoedelijk het gevolg van een onderschatting van het effect van de hoogconjunctuur tussen 2017 en 2019 op het IOW-volume.

Tabel 47 Kerncijfers IOW
 

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Begroting 2021

Verschil 2021

Volume IOW (x 1.000 uitkeringsjaren)

5

5,7

7,6

8,5

8,0

8,8

‒ 0,8

Bron: UWV, jaarverslag.

Cessantiawet (Caribisch Nederland)

Werknemers in Caribisch Nederland die werkzaam zijn in de private sector ontvangen bij beëindiging van de dienstbetrekking anders dan door de schuld van de werknemer op grond van de Cessantiawet een eenmalige uitkering, te betalen door de werkgever. Als de werkgever wegens faillissement of surseance van betaling niet in staat is om de uitkering (tijdig) te betalen, neemt SZW deze verplichting over.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitgaven voor de Cessantiawet zijn € 0,2 miljoen hoger uitgevallen dan begroot. De Cessantia is een eenmalige uitkering bij beëindiging van de dienstbetrekking, die de overheid overneemt in het geval van faillissement. In 2021 is een groot overslagbedrijf failliet gegaan, met een hoger niveau van Cessantia uitkeringen tot gevolg.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 48 Kerncijfers Cessantiawet (Caribisch Nederland)
 

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Begroting 2021

Verschil 2021

Volume Cessantiawet (x 1.000 uitkeringen)

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

0,0

Bron: RCN-unit SZW.

Tijdelijke regeling tegemoetkoming Westhaven

De Minister van SZW stelt een tijdelijke tegemoetkoming beschikbaar voor werknemers in de Westhaven. Deze tegemoetkoming is voor werknemers die als gevolg van de sluiting van de Hemwegcentrale hun baan kwijtraken en daardoor inkomensverlies lijden. De subsidieregeling is op 20 mei 2020 in werking getreden. De termijn om een aanvraag te doen is inmiddels gesloten. Er zijn 8 aanvragen gehonoreerd.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitgaven over 2021 zijn uitgekomen op € 71.000. Dat is € 243.000 lager dan begroot. Er zijn uiteindelijk minder aanvragen ingediend dan vooraf werd verwacht.

Werkloosheidswet (WW)

De WW verzekert werknemers tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. Het verlies aan inkomen kan voor een bepaalde periode gedeeltelijk opgevangen worden met een uitkering. Het recht op een WW-uitkering duurt minimaal 3 maanden. De maximale duur is afhankelijk van het aantal jaren dat iemand heeft gewerkt voordat hij werkloos werd. De maximale duur is vanaf 2016 stapsgewijs – met één maand per kwartaal – teruggebracht van 38 maanden naar 24 maanden per 1 april 2019. Per jaar arbeidsverleden bouwt een werknemer de eerste tien jaar één maand recht op een WW-uitkering op. Vanaf tien jaar arbeidsverleden bouwt een werknemer met elk extra gewerkt jaar een halve maand recht op WW-uitkering op. Voor gewerkte jaren vóór 2016 geldt een overgangsrecht. De WW wordt uitgevoerd door UWV. Hoofdstuk 10, Sociale fondsen SZW, gaat nader in op de financiering van de uitgaven aan de WW.

Budgettaire ontwikkelingen

De WW-uitgaven komen € 2.663 miljoen lager uit dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 91 miljoen, de post nominaal in tabel 46) is de realisatie € 2.754 miljoen lager dan begroot.

Ten tijde van het opstellen van begroting 2021 was de verwachting dat de werkloosheid in 2021 flink zou oplopen als gevolg van de pandemie en de daarbij horende contact-beperkende maatregelen. Deze stijging heeft zich niet voorgedaan, mede door de loonsteun die de overheid heeft geboden aan werkgevers. De werkloosheid in 2021 is mede daardoor zelfs gedaald, hetgeen een daling van de WW-lasten ten opzichte van 2020 tot gevolg heeft gehad.

Beleidsrelevante kerncijfers

Conform de hierboven gegeven uitleg is in tabel 49 te zien dat het aantal WW-uitkeringen in 2021 fors lager is uitgevallen dan verwacht. De instroom is zo'n 273 duizend uitkeringen lager uitgevallen dan verwacht. Ook het aantal beëindigen is lager uitgevallen dan verwacht, met zo'n 104 duizend. Het lager uitgevallen aantal beëindigingen is vooral het gevolg van de lagere instroom.

In tabel 50 is te zien dat de werkhervatting binnen 12 maanden na instroom in 2021 behoorlijk is gedaald ten opzichte van het jaar ervoor. Gezien de krapte op de arbeidsmarkt in 2021 zou men eerder een stijging verwachten. De reden dat er toch een daling te zien is, is dat het cohort waarbinnen het aandeel uitstroom naar werk is bepaald, alle mensen zijn die in 2020 de WW zijn ingestroomd. Daar zaten relatief veel jonge mensen met korte rechten tussen. Deze mensen stromen relatief vaker uit wegens einde duur, in plaats van naar werk.

Tabel 49 Kerncijfers WW
 

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Begroting 2021

Verschil 2021

Volume WW (x 1.000 uitkeringsjaren)

291

241

201

221

196

314

‒ 118

Aantal lopende WW-uitkeringen (x 1.000, ultimo)

330

263

223

286

192

415

‒ 223

Aantal WW-instromers (x 1.000)

390

336

330

479

292

565

‒ 273

 

waarvan nieuwe uitkeringen (x 1.000)

294

296

443

262

1

 

waarvan herleefde uitkeringen (x 1.000)2

42

29

36

30

1

Aantal beëindigde WW-uitkeringen (x 1.000)

472

403

369

417

386

490

‒ 104

Bron: UWV, jaarverslag.

1

Dit getal wordt niet geraamd.

2

Wie na afloop van een WW-uitkering binnen 26 weken weer werkloos wordt, kan de oude WW-uitkering weer terugkrijgen. Dit wordt «herleving» genoemd.

Tabel 50 Werkhervatting uit de WW
 

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Aandeel werkhervatting binnen 12 maanden na instroom

27

31

30

26

22

 

waarvan leeftijd bij instroom jonger dan 55 jaar

28

32

32

27

22

 

waarvan leeftijd bij instroom 55 jaar en ouder

21

24

24

20

19

      

Aandeel werkhervatting binnen 3 maanden na instroom

9

12

13

11

10

Bron: UWV, jaarverslag.

Handhaving

In de afgelopen jaren is een fors aantal maatregelen aangekondigd en uitgevoerd om misbruik met WW-uitkeringen op te sporen en tegen te gaan. Het betroffen maatregelen om actief overtredingen aan te pakken als ook om het risicomanagement structureel en in gezamenlijkheid tussen UWV en SZW te verbeteren en te borgen. Na de doorlichting van de WW in 2019 is – met enige vertraging als gevolg van de coronacrisis – door UWV gewerkt aan het in kaart brengen van de (netto)risico’s en de daarbij behorende vervolgacties (zie kopje ‘handhaving UWV’ artikel 11).

UWV ontwikkelt verschillende risicomodellen teneinde het opsporen van overtredingen in de WW te optimaliseren. Het risicomodel ´sollicitatie-activiteiten’ bevindt zich daarbij in een minder ver gevorderd stadium dan de risicomodellen op het gebied van verwijtbare werkloosheid en verblijf buiten Nederland. Over deze laatste twee modellen heeft UWV in 2021 een uitvoeringstoets uitgebracht teneinde deze modellen structureel te implementeren, evenals het Model Risk Management (MRM) raamwerk dat aan de risicomodellen ten grondslag ligt. De toets was positief en vormde de basis voor de geactualiseerde kostenraming en de opdracht voor de implementatie die naar verwachting in 2022 zal starten.

De kerncijfers op het gebied van preventie tonen een wat grillig beeld in de afgelopen jaren. Zowel voor 2020 als voor 2021 geldt dat het onderzoek op een andere wijze is vormgegeven, waardoor er geen vergelijking gemaakt kan worden tussen de jaren (zie kopje ‘handhaving’ in de beleidsprioriteiten voor meer toelichting). De detectiekans die uitkeringsgerechtigden ervaren lag in 2021 op 79% en de kennis van de verplichtingen is opnieuw hoog met 93%.

In het eerste jaar van de coronacrisis was een daling te zien van het aantal overtredingen, onder meer als gevolg van het afgenomen aantal onderzochte meldingen. In 2021 is met name bij het aantal afgegeven waarschuwingen een stijging waar te nemen. UWV gaf in 2020, als een van de maatregelen om de werkdruk als gevolg van de coronacrisis te verminderen, intern geen te late ziek- en hersteldmeldingen door en in 2021 wel weer. Deze meldingen leiden relatief vaak tot een waarschuwing. De overige cijfers zijn redelijk stabiel in vergelijking met het voorgaand jaar.

Tabel 51 Kerncijfers WW (fraude en handhaving)
  

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Preventie1

Gepercipieerde detectiekans (%)

792

782

772

613

793

Kennis van de verplichtingen (%)

972

962

962

913

933

Opsporing4

Aantal onderzochte fraudesignalen (x 1.000)

15

3,7

3,4

2,8

4,5

Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)5

10

1,0

1,0

0,8

0,8

Totaal benadelingsbedrag (x 1 mln)

21

5,5

4,5

3,6

3,7

Sanctionering4

Aantal waarschuwingen (x 1.000)

4,5

1,7

1,4

1

1,6

Aantal boetes (x 1.000)

7,8

0,8

0,8

0,6

0,7

Totaal boetebedrag ( x 1 mln)

4,2

1,2

1,1

0,8

1

  

Ontstaansjaar vordering

  

2017

2018

2019

2020

2021

Terugvordering4

Incassoratio boete + benadelingsbedrag ultimo 2021 (%)

73

52

45

38

24

1

Bron: I&O Research «Kennis der verplichtingen en gepercipieerde detectiekans».

2

Bron: Ipsos «Kennis der verplichtingen en detectiekans».

3

Als gevolg van een andere insteek van het onderzoek is sprake van een trendbreuk met 2019 en eerder.

4

Bron: UWV, jaarverslag.

5

Cijfers betreffen alle overtredingen van de inlichtingenplicht met financiële benadeling.

Subsidies

Overige subsidies algemeen

Deze subsidies bestaan uit een centraal aanspreekpunt voor werkgevers en de Ambachtsacademie. Het oorspronkelijke budget voor 2021 is met € 0,8 miljoen verlaagd. Dit bedrag is deels door middel van een kasschuif van € 0,6 miljoen naar 2022 geschoven. De reden hiervoor is dat de subsidieprojecten vertraging hebben opgelopen. De overige € 0,2 miljoen is in mindering gebracht aangezien er minder is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot.

Coördinatie crisisdienstverlening

De projectsubsidies zijn opgezet om het organiserend vermogen van werkgevers- en werknemersorganisaties te versterken om zo mee te doen met de aanpak voor de aanvullende crisisdienstverlening door regionale mobiliteitsteams. Deze subsidies hebben werknemers en werkgeversorganisaties in staat gesteld een landelijke structuur in te richten voor de aansturing en het bieden van ondersteuning aan de desbetreffende organisaties die deelnemen aan de regionale mobiliteitsteams in de regio’s. Waar de publieke partijen al een landelijke en/of regionale inrichting kennen, diende deze bij de sociale partners nog te worden ingericht. In 2021 was de uitputting in totaal circa € 6,6 miljoen.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Scholing WW

Zoals toegelicht onder de beleidsconclusies, bedroeg de realisatie aan scholingstrajecten € 21,1 miljoen in 2021.

Crisisdienstverlening

Het kabinet zet met aanvullende crisisdienstverlening in op het voorkomen van werkloosheid als gevolg van de coronacrisis. Deze aanvullende dienstverlening wordt uitgevoerd door 35 regionale mobiliteitsteams die in 2021 zijn opgericht waarin gemeenten, UWV en sociale partners samenwerken. Vanuit dit budget worden de personele inzet in de regionale mobiliteitsteams en de dienstverleningsbudgetten gefinancieerd.

Gedurende 2021 is € 3,5 miljoen vanuit het budget crisisdienstverlening overgeboekt van begrotingsartikel 5 naar begrotingsartikel 11 als bijdrage aan de uitvoeringskosten UWV. Tevens is circa € 40 miljoen aan middelen uit dit budget op de begroting verschoven naar 2022. Dit is enerzijds vanwege de financieringssystematiek van de regionale mobiliteitsteams en anderzijds om ook in 2022 over budget voor mbo praktijkleren te beschikken.

Van het resterende budget is in 2021 totaal circa € 19,5 miljoen besteed. Het budget is grotendeels besteed aan de financiering van de personele inzet in de regionale mobiliteitsteams. De vraag naar dienstverlening van de regionale mobiliteitsteams is door de gefaseerde opstart en vanwege de steunmaatregelen en de krapte op de arbeidsmarkt meegevallen. Hierdoor is in het afgelopen jaar zeer beperkt gebruik gemaakt van de dienstverleningsbudgetten. Het kabinet zag eind 2021 een stijgende lijn van de inzet van crisisdienstverlening.

Bijdrage aan agentschappen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voert de Subsidieregeling Praktijkleren in de derde leerweg uit. Hier hebben zij in 2021 € 305.000 voor ontvangen. Ten tijde van het opstellen van de Begroting 2021 was van deze subsidieregeling nog geen sprake.

Ontvangsten

Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo)

De overheid is eigenrisicodrager voor de WW. UWV verhaalt de uitkeringslasten op overheidswerkgevers. Deze lasten staan als ontvangsten op dit artikel en zijn in 2021 € 115 miljoen lager uitgevallen dan geraamd. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 4 miljoen, de post nominaal in tabel 46) is de realisatie € 119 miljoen lager dan begroot. De verwachting was dat als gevolg van de coronacrisis ook bij overheidswerkgevers meer mensen ontslagen zouden worden en dus dat de WW-lasten voor deze groep zouden oplopen. Deze stijging heeft zich niet voorgedaan. Hierdoor zijn de ontvangsten Ufo lager uitgevallen dan verwacht.

Licence