Base description which applies to whole site

4.6 Artikel 6 Ziekte en zwangerschap

De overheid beschermt werknemers tegen de financiële gevolgen van ziekte en stimuleert hen het werk te hervatten. De overheid beschermt werknemers tegen de financiële gevolgen van zwangerschap en bevalling en komt tegemoet bij verlofopname wegens geboorte van een kind, adoptie of opname van een pleegkind.

De overheid vindt dat mensen die ziek worden en waarbij de loonbetalingsverplichting bij ziekte voor de werkgever niet van toepassing is, ook verzekerd moeten zijn van een tijdelijk loonvervangend inkomen. Zij kunnen het verlies aan inkomen daarom voor een periode van twee jaar, gelijk aan de periode van de loonbetalingsverplichting, opvangen met een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW). Door middel van verzuimbegeleiding en re-integratie stimuleert de overheid deze (gewezen) werknemers om zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan.

Ook tijdens de periode van zwangerschaps- en bevallingsverlof voorziet de overheid in een tijdelijk loonvervangend inkomen. Op grond van de Wet arbeid en zorg (WAZO) komen zwangere werknemers en zelfstandigen in aanmerking voor een uitkering. Ook andere verlofvormen geven recht op een uitkering, namelijk: adoptie- en pleegzorgverlof en aanvullend geboorteverlof.

Mensen die lijden aan de ziekte maligne mesothelioom of asbestose door blootstelling aan asbest, kunnen van de overheid een tegemoetkoming of een voorschot op een schadevergoeding ontvangen op grond van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS).

Slachtoffers van het organo psycho syndroom (OPS), ook wel «schildersziekte» genoemd, kunnen in aanmerking komen voor een eenmalige financiële tegemoetkoming.

Werknemers in Caribisch Nederland die door ziekte of zwangerschap met loonderving geconfronteerd worden, ontvangen een uitkering op grond van de Ziekteverzekering (ZV).

De Minister financiert de inkomensondersteuning met begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen. Bij de premiegefinancierde uitkeringsregelingen regisseert de Minister. Zij is in deze rollen verantwoordelijk voor:

  • de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;

  • de vaststelling van het niveau van de uitkeringen van de onderscheiden regelingen;

  • de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door UWV en de SVB;

  • de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

Wet arbeid en zorg

In 2021 is het wetgevingsproces in het kader van de implementatie van Richtlijn (EU)2019/1158 afgerond. Zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer hebben in dit jaar het Wetsvoorstel betaald ouderschapsverlof (Wbo) aanvaard. De Wbo wijzigt de Wet arbeid en zorg en regelt dat werknemers met een kind jonger dan één jaar recht krijgen op een uitkering tijdens ouderschapsverlof. De uitkeringsduur bedraagt ten hoogste 9 weken. Tevens vindt een beperkte uitbreiding plaats van de doelgroep van het aanvullend geboorteverlof; ook niet-verzekerde werknemers komen straks in aanmerking voor een uitkering bij opname van aanvullend geboorteverlof. De Wbo treedt in werking op 2 augustus 2022.

Onderzoek instroom Ziektewet bij zwangerschap

In 2021 is door UWV onderzoek verricht naar het stijgende beroep op de Ziektewet (ZW) door mensen die ziek zijn door zwangerschap of bevalling. Zoals gemeld in de Kamerbrief biedt het onderzoek zicht op een aantal factoren die de stijging van het beroep op de ZW door zwangere mensen kunnen verklaren, maar maakt niet inzichtelijk in welke mate deze factoren invloed hebben op de stijging (Kamerstukken II 2021/22, 29 544, nr. 1082). UWV gaat daarom aanvullend onderzoek doen naar de invloed van achtergrondkenmerken van de populatie en de invloed van het al dan niet hebben van een werkgever op het beroep op de ZW. Over de uitkomsten van deze analyse zal de Tweede Kamer op een later moment worden geïnformeerd. Het onderzoek laat daarnaast zien dat veranderingen in de uitvoering, zoals verandering in de causaliteitsvraagstelling en de vermindering van het aantal spreekuren bij de verzekeringsarts, hebben bijgedragen aan het stijgende beroep op de ZW.

Onderzoeken no-riskpolis

Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar de no-riskpolis. Er is onderzocht hoe de bekendheid van de no-riskpolis vergroot kan worden. Ook is onderzocht of er mogelijkheden zijn om de no-riskpolis eventueel uit te breiden naar een groep chronisch zieken. Daarnaast is onderzoek gedaan naar de effecten van de no-riskpolis. De Tweede Kamer is over de uitkomsten van deze onderzoeken geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21, 29 544, nr. 1066) en ook over de verkenning van kosten en baten van een no-riskpolis voor langdurig bijstandsgerechtigden (Kamerstukken II 2020/21, 29 544, nr. 1069). In deze Kamerbrieven zijn de aandachtspunten geschetst waarmee bij een eventuele uitbreiding van de no-riskpolis rekening moet worden gehouden.

Herijking en vereenvoudiging no-riskpolis

De raming van de ZW-uitgaven en respectievelijke uitname bij gemeenten voor de no-riskpolis is herijkt op basis van realisaties 2019 en 2020 (Kamerstukken II 2016/17, 34 514, nr. 8). Dit heeft geleid tot verschuiving van middelen van gemeenten naar UWV voor bekostiging van de no-riskpolis. Daarnaast is een wetsvoorstel om administratieve knelpunten rondom de no-riskpolis weg te nemen aangenomen. Gemeenten hoeven hierdoor de loonkostensubsidie aan de werkgever niet meer stop te zetten bij ziekte en te hervatten bij herstel. De middelen die hierop betrekking hebben verschuiven terug van UWV naar gemeenten. In aanvulling hierop baseert UWV de uitbetaling no-riskpolis op de loonwaarde van betrokkene, zoals vastgesteld door de gemeente. Voor werkgevers en gemeenten is dit een aanzienlijke verbetering. Dit voorstel maakte oorspronkelijk onderdeel uit van het wetsvoorstel wijziging van de Participatiewet uitvoeren Breed Offensief (Kamerstukken II 2019/20, 34 352, nr. 192), maar is na het controversieel verklaren van dit wetsvoorstel meegenomen in de Verzamelwet SZW 2022 (Kamerstukken II 2020/21, 35 897, nr. 5). Deze Verzamelwet is op 1 januari 2022 in werking getreden.

Subsidieregeling kanker en werkzoekenden

In 2018 is de subsidieregeling kanker en werkzoekenden getroffen om maatschappelijke initiatieven te ondersteunen die erop zijn gericht om (ex-) kankerpatiënten zonder werk meer kans te geven op het vinden van werk. Deze subsidieregeling is een uitwerking van het door de Tweede Kamer aangenomen amendement van Van Weyenberg (Kamerstukken II 2017/18, 34 775, nr. 18). In 2019 zijn met deze regeling vijf projecten gestart, die allen in 2020 zijn afgerond. In het najaar van 2021 is de evaluatie naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II 2021/22, 29 544, nr. 1083). De gemeenschappelijke uitkomst van de verschillende projecten is dat het aannemelijk is dat de activiteiten een bijdrage hebben geleverd aan het bevorderen van de arbeidsparticipatie van mensen die kanker hebben of hebben gehad. Ook laten de projecten zien dat maatwerk het sleutelwoord is om deze mensen te begeleiden naar werk.

Tegemoetkomingsregeling Stoffengerelateerde beroepsziekten

Het kabinet heeft in 2021 in lijn met het advies van de commissie Heerts de Tegemoetkomingsregeling Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB) aangekondigd (Kamerstukken II 2020/21, 25 883, nr. 417). Het doel van de regeling is om deze doelgroep op een laagdrempelige manier erkenning te bieden voor hun beroepsziekte en niet om te voorzien in een schadevergoeding. Op 9 november 2021 is de openbare internetconsultatie van de tegemoetkomingsregeling van start gegaan. Zoals aan de Tweede Kamer gemeld, zal begin 2022 naar aanleiding van de uitkomsten van de internetconsultatie en uitvoeringstoetsen een nieuwe versie van de tegemoetkomingsregeling worden gepresenteerd. De streefdatum waarop de tegemoetkomingsregeling in werking treedt is vooralsnog 1 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 25 883, nr. 423).

Tabel 52 Begrotingsgefinancierde budgettaire gevolgen van beleidsartikel 6 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Verplichtingen

7.578

7.904

7.895

13.108

14.105

12.612

1.493

        

Uitgaven

7.578

7.904

7.652

13.350

14.105

12.612

1.493

        

Inkomensoverdrachten

       

TAS

4.508

4.716

4.296

5.520

6.198

4.706

1.492

Ziekteverzekering (Caribisch Nederland)

3.070

3.188

3.099

2.963

4.958

3.406

1.552

OPS-voorzieningsfonds

0

0

0

4.700

2.949

4.500

‒ 1.551

Subsidies

       

Kanker en werken

0

0

257

167

0

0

0

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

Tabel 53 Premiegefinancierde budgettaire gevolgen van beleidsartikel 6 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Uitgaven

2.682.956

2.806.325

3.060.903

3.281.109

3.643.640

3.378.667

264.973

        

Inkomensoverdrachten

       

ZW

1.545.151

1.627.534

1.725.947

1.939.940

1.978.911

1.848.386

130.525

WAZO

1.137.805

1.178.791

1.334.956

1.285.497

1.452.050

1.310.304

141.746

WAZO aanvullend geboorteverlof partners

0

0

0

55.672

212.679

173.313

39.366

        

Nominaal

0

0

0

0

0

46.664

‒ 46.664

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Inkomensoverdrachten
Tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS)

Mensen die lijden aan de ziekte maligne mesothelioom of asbestose als gevolg van arbeidsgerelateerde blootstelling aan asbest kunnen een tegemoetkoming ontvangen op grond van de TAS. Indien zij de ziekte maligne mesothelioom of asbestose hebben gekregen door te werken met asbest (in dienst van een werkgever) of maligne mesothelioom hebben opgelopen via werkkleding van een huisgenoot, dan is de (voormalige) werkgever hiervoor aansprakelijk en kunnen zij een schadevergoeding bij de werkgever eisen. Dit kan echter lang duren. Tegelijkertijd is de levensverwachting van mensen met de ziekte maligne mesothelioom vaak erg kort. De TAS heeft tot doel asbestslachtoffers bij leven maatschappelijke erkenning te bieden in de vorm van een tegemoetkoming. Deze wordt uitgekeerd in de vorm van een voorschot op de schadevergoeding van de werkgever. Als de (voormalige) werkgever later alsnog een schadevergoeding betaalt, wordt het voorschot hiermee verrekend. Indien de werknemer geen schadevergoeding ontvangt, wordt het voorschot omgezet in een tegemoetkoming. De TAS wordt uitgevoerd door de SVB.

Budgettaire ontwikkelingen

De laatste bevoorschotting van TAS-uitgaven in 2021 aan de SVB heeft in het vierde kwartaal van 2021 plaatsgevonden. Op basis van de toen meest actuele realisatiecijfers, ging deze bevoorschotting uit van een stijging in de uitkeringslasten voor de TAS in 2021 van € 1,5 miljoen en totale uitkeringslasten in 2021 van € 6,2 miljoen. Het verschil ten opzichte van de begroting 2021 wordt onder meer verklaard doordat er meer toekenningen verwacht werden (+ € 0,2 miljoen). Tevens werd het verwachte terugvorderingspercentage naar beneden bijgesteld van 41% naar 28% (+ € 1,1 miljoen). Verder wordt de mutatie verklaard doordat er een nabetaling van € 0,1 miljoen aan de SVB heeft plaatsgevonden over de uitkeringslasten voor 2020. Tot slot heeft de indexatie van het uitkeringsbedrag een opwaarts effect op de geprognosticeerde uitkeringslasten van € 0,1 miljoen.

Inmiddels is uit het jaarverslag van de SVB gebleken dat het aantal toekenningen met 11 is gedaald ten opzichte van de oorspronkelijke raming in de begroting, alsmede dat het terugvorderingspercentage één procentpunt hoger is uitgevallen dan bij bevoorschotting geprognosticeerd. Deze nieuwe cijfers zijn zichtbaar in de kerncijfers in tabel 54. Deze cijfers worden meegenomen in de definitieve afrekening met de SVB over 2021 die medio 2022 plaats zal vinden en worden verwerkt in de Voorjaarsnota 2022.

Tabel 54 Kerncijfers TAS
 

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Begroting 2021

Verschil 2021

Aantal toekenningen voorschot TAS (x 1.000 uitkeringen)

0,4

0,4

0,3

0,4

0,4

0,4

0

 

waarvan toekenning i.v.m. maligne mesothelioom

0,3

0,4

0,3

0,3

0,3

0,3

0

 

waarvan toekenning i.v.m. asbestose

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

0

Aantal terugontvangen voorschotten TAS (x 1.000 uitkeringen)

0,1

0,2

0,1

0,1

0,1

0,2

‒ 0,1

Aantal toekenningen maligne mesothelioom bij leven ten opzichte van totaal aantal toekenningen (%)

85

85

86

80

82

1

Bron: SVB, jaarverslag.

1

Dit cijfer wordt niet geraamd.

Ziekteverzekering (Caribisch Nederland)

Werknemers in de private sector van Caribisch Nederland die door ziekte of zwangerschap met loonderving geconfronteerd worden, ontvangen een uitkering (ziekengeld) op grond van de Ziekteverzekering. De uitkering is gerelateerd aan het loon van de werknemer.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitgaven voor de Ziekteverzekering zijn € 1,6 miljoen hoger uitgevallen dan begroot. Door de coronapandemie waren er in 2021 meer rechthebbenden op de Ziekteverzekering dan gewoonlijk. Werknemers die uit voorzorg in quarantaine moesten vanwege corona, stroomden tijdelijk in de Ziekteverzekering gedurende de quarantaineplicht. Daarnaast zijn er in 2021 betalingen gedaan die nog betrekking hadden op 2020. Door de coronapandemie was er een achterstand in de behandeling van aanvragen en dienden rechthebbenden ook verlaat een aanvraag in.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 55 Kerncijfers Ziekteverzekering (Caribisch Nederland)
 

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Begroting 2021

Verschil 2021

Volume Ziekteverzekering CN (x 1.000 uitbetaalde ziektedagen)

61

63

66

64

114

69

45

Bron: RCN-unit SZW.

OPS-fonds

De OPS problematiek is het gevolg van blootstellingen aan vluchtige oplosmiddelen in het werk die hoger waren dan volgens de destijds geldende wettelijke voorschriften waren toegestaan. De regeling is in maart 2020 in werking getreden. Bij de opzet van de regeling is zoveel mogelijk aangesloten bij regelingen voor asbestslachtoffers. De regeling wordt uitgevoerd door de SVB.

Budgettaire ontwikkelingen

De aanvragen en toekenningen van tegemoetkomingen uit het OPS-fonds in 2021 vallen lager uit dan geraamd. Dat is een gevolg van het feit dat in 2020 meer aanvragen zijn afgehandeld dan was voorzien. De afnemende uitgaventrend in de uitkering van deze tegemoetkoming verloopt hierdoor sneller dan verwacht.

Ziektewet (ZW)

De ZW geeft zieke werknemers het recht op een uitkering als zij geen werkgever meer hebben die in geval van ziekte loon moet doorbetalen. De ZW bevat minimumnormen voor re-integratie. De ZW geldt ook voor een beperkte groep werknemers die wel in dienst zijn van een werkgever, namelijk werknemers die tijdelijk ongeschikt zijn voor het verrichten van hun werk wegens arbeidsongeschiktheid als gevolg van zwangerschap en orgaandonatie en werknemers met een zogenaamde no-riskpolis. De werkgever mag de ZW-uitkering dan verrekenen met het loon dat hij moet doorbetalen. De ZW wordt uitgevoerd door UWV of door werkgevers zelf wanneer zij ervoor gekozen hebben om eigenrisicodrager te zijn voor de ZW-uitkeringslasten.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitkeringslasten ZW komen € 131 miljoen hoger uit dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 33 miljoen, in tabel 53 onderdeel van de post nominaal) is de realisatie € 97 miljoen hoger dan begroot. Een belangrijke verklaring voor de hogere ZW-uitgaven is de aanhoudende gevolgen van het coronavirus, waardoor het beroep op de ZW ook in 2021 hoger is uitgevallen dan van tevoren werd verwacht. Zogeheten vangnetters die vanwege quarantaine niet kunnen werken konden ook in 2021 aanspraak maken op een ZW-uitkering. Ook viel het beroep van zwangere vrouwen op de ZW in 2021 hoger uit dan verwacht, dat mogelijk voor een deel te maken heeft met een toename van het aantal geboorten. Daarentegen is het beroep van eindedienstverbanders op de ZW juist afgenomen, wat mogelijk komt doordat het aantal mensen dat werkzaam is met een tijdelijk dienstverband in 2021 sterk is afgenomen.

Beleidsrelevante kerncijfers

Het gemiddeld aantal ZW-uitkeringen is ongeveer 4.000 hoger uitgekomen dan verwacht. Dit verschil wordt vooral verklaard door een hoger aantal ZW uitkeringen in verband met zwangerschappen en een hoger beroep van uitzendkrachten op de ZW. Daarentegen viel het beroep van eindedienstverbanders juist lager uit.

Tabel 56 Kerncijfers ZW
 

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Begroting 2021

Verschil 2021

Volume ZW (x 1.000 uitkeringen, gemiddelde)

90

95

98

107

107

103

4

Instroom ZW (x 1.000 uitkeringen)

252

283

298

325

346

1

Uitstroom ZW (x 1.000 uitkeringen)

300

322

335

365

414

1

Bron: UWV, jaarverslag.

1

In- en uitstroom worden niet geraamd.

Handhaving

De kerncijfers op het gebied van fraude en handhaving toonden in 2020 een wisselend beeld ten opzichte van de voorgaande jaren. In 2021 zijn de cijfers grotendeels terug op het oude niveau. Opvallend is dat het aantal onderzochte fraudesignalen in 2021 hoger ligt dan in de voorgaande jaren. Ook opvallend is dat het aantal waarschuwingen sterk is toegenomen en dat het aantal boetes juist sterk is afgenomen.

In 2020 heeft onderzoek plaatsgevonden door KPMG naar misbruikrisico’s in de ZW. Op basis hiervan wordt door UWV, met betrokkenheid van SZW, een nadere analyse naar deze misbruikrisico’s gedaan, waarbij ook wordt ingegaan op de beheersmaatregelen die door UWV worden ingezet. De verwachting is dat deze nadere analyse in de loop van 2022 wordt afgerond.

Tabel 57 Kerncijfers ZW (fraude en handhaving)
  

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Preventie1

Gepercipieerde detectiekans (%)

802

772

772

573

783

Kennis van de verplichtingen (%)

952

932

932

873

933

Opsporing4

Aantal onderzochte fraudesignalen (x 1.000)

3,6

3,5

3,9

3,3

4,8

Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)5

2,8

2,6

2,6

2,0

2,4

Totaal benadelingsbedrag (x € 1 mln)

3,4

2,9

3,5

2,9

2,9

Sanctionering4

Aantal waarschuwingen (x 1.000)

1,4

1,4

2,1

1,9

3,6

Aantal boetes (x 1.000)

1,6

1,4

1,1

0,8

0,3

Totaal boetebedrag (x € 1 mln)

1

0,8

0,7

0,6

0,3

  

Ontstaansjaar vordering

  

2017

2018

2019

2020

2021

Terugvordering4

Incassoratio fraudevorderingen (boete + benadelingsbedrag) ultimo 2021 (%)

68

58

55

35

16

1

Bron: I&O Research «Kennis der verplichtingen en gepercipieerde detectiekans».

2

Bron: Ipsos «Kennis der verplichtingen en detectiekans».

3

Als gevolg van een andere insteek van het onderzoek is sprake van een trendbreuk met 2019 en eerder.

4

Bron: UWV, jaarverslag.

5

Cijfers betreffen alle overtredingen van de inlichtingenplicht met financiële benadeling.

Wet arbeid en zorg (WAZO)

De WAZO bundelt een aantal wettelijke verlofvormen, zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, aanvullend geboorteverlof, adoptie- en pleegzorgverlof, ouderschapsverlof en kort- en langdurend zorgverlof. Soms bestaat er recht op (gedeeltelijke) loondoorbetaling of op een uitkering (zwangerschaps- en bevallingsuitkering, adoptie- en pleegzorguitkering). Deze uitkeringen op grond van de WAZO worden uitgevoerd door UWV.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitkeringslasten WAZO komen circa € 142 miljoen hoger uit dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (circa € 18 miljoen, in tabel 53 onderdeel van de post nominaal) komt de realisatie ongeveer € 123 miljoen hoger uit dan werd geraamd bij de begroting. Dit wordt verklaard door zowel een hoger aantal geboortes als een hogere gemiddelde WAZO-uitkering.

Beleidsrelevante kerncijfers

Het aantal toekenningen op grond van zwangerschaps- en bevallingsverlof is vanwege een hoger geboortecijfer circa 7.000 uitkeringen hoger uitgevallen dan bij de begroting werd geraamd.

Tabel 58 Kerncijfers WAZO
 

Realisatie 2017

Realisatie 20181

Realisatie 20191

Realisatie 20201

Realisatie 20211

Begroting 2021

Verschil 2021

Totaal aantal toekenningen zwangerschap- en bevallingsverlofuitkering (x 1.000 uitkeringen)

134

140

142

142

153

146

7

Aantal toekenningen werknemers (x 1.000 uitkeringen)

124

129

130

130

140

134

7

Aantal toekenningen zelfstandigen (x 1.000 uitkeringen)

10,4

11,4

11,5

12,3

12,9

12,4

0,5

Bron: UWV, jaarverslag.

1

SZW, berekening.

WAZO aanvullend geboorteverlof partners

Het aanvullend geboorteverlof is per 1 juli 2020 ingevoerd. Het verlof duurt maximaal 5 weken. Het verlof dient binnen 6 maanden na de geboorte te worden opgenomen. Ook deze regeling wordt door UWV uitgevoerd.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitkeringslasten aan aanvullend geboorteverlof komen circa € 39 miljoen hoger uit dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (circa € 2 miljoen, in tabel 53 onderdeel van de post nominaal) komt de realisatie circa € 37 miljoen hoger uit. Hoewel het aantal toekenningen lager uitkwam dan geraamd, kwam de gemiddelde duur van de uitkering en de uitkeringshoogte hoger uit.

Beleidsrelevante kerncijfers

Het aantal toekenningen komt lager uit dan werd geraamd en het gemiddeld aantal opgenomen dagen is hoger uitgevallen dan geraamd.

Tabel 59 Kerncijfers Aanvullend geboorteverlof
 

Realisatie 20201

Realisatie 2021

Begroting 2021

Verschil 2021

Totaal aantal toekenningen aanvullend geboorteverlof (x 1.000 uitkeringen)

24

81

96

‒ 15

Gemiddeld aantal opgenomen dagen

22

22

17,5

5

Bron: UWV, jaarverslag.

1

SZW, berekening.

Licence