Base description which applies to whole site

Artikel 50 Apparaat

Apparaatsuitgaven Kerndepartement Budgettaire gevolgen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

Omschrijving

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

0

0

 

153.244

173.640

150.403

23.237

        

Uitgaven

0

0

 

153.244

173.640

150.403

23.237

        

Personele uitgaven

       

Eigen personeel

0

0

 

101.894

118.557

106.351

12.206

Externe inhuur

0

0

 

7.918

7.133

3.784

3.349

Overige personele uitgaven

0

0

 

1.870

1.909

3.944

‒ 2.035

Materiële uitgaven

       

ICT

0

0

 

510

531

510

21

Bijdrage aan SSO's (exclusief DICTU)

0

0

 

16.078

12.929

12.929

0

SSO DICTU

0

0

 

21.531

23.735

14.271

9.464

Overige materiële uitgaven

0

0

 

3.443

8.846

8.614

232

        

Ontvangsten

0

0

0

2.488

1.700

2.786

‒ 1.086

        

Ontvangsten

       

Ontvangsten

0

0

0

2.488

1.700

2.786

‒ 1.086

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

Voor wat betreft het toelichten van significante verschillen in de uitgaven, ontvangsten en verplichtingen in de realisatie versus de vastgestelde begroting 2022 zijn de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de staffel die te vinden is in de leeswijzer van dit jaarverslag.

Personele uitgaven

De hogere personele uitgaven op artikel 50 worden grotendeels verklaard doordat er in 2022 middelen aan het apparaatsartikel zijn toegevoegd vanuit het gereserveerde budget voor het Transitiefonds en voor het nieuw opgerichte programma van de DG Regie-Organisatie Landelijk Gebied. De hogere inhuur voor externen komt voort uit het gegeven dat er in 2022 veel specialistische kennis noodzakelijk was. Tijdens de verschillende begrotingsmomenten van het begrotingsjaar hebben de betreffende directies budget ten gunste van het externe inhuur budget geboekt om deze kosten te dekken. 

Materiële uitgaven

De hogere materiële uitgaven op artikel 50 worden voornamelijk verklaard door de hogere uitgaven veroorzaakt door de bijdrage aan SSO DICTU. Dit komt door een andere wijze van het doorberekening van tarieven (pay per use) voor DICTU Infra. Hierdoor heeft DICTU in haar kostprijs een omslag gemaakt door het gebruik van memory zwaarder te belasten en het gebruik van databases en storage lager te belasten. Daar tegenover staat een lagere uitputting op het budget voor de werkzaamheden van het Inkoop -en Uitvoeringscentrum en op enkele specifieke budgetten van de Directie Bedrijfsvoering, waaronder het budget voor de thuiswerkvergoeding.

Overige personele uitgaven

De hogere overige personele uitgaven komen voort uit meer gebruik van de Landsadvocaat als raadgevende ondersteuning voor het departement en hoger uitgevallen sociaal plan kosten.

Ontvangsten

De lagere ontvangsten komen voort uit het gegeven dat de systematiek voor de wijze waarop geld wordt ontvangen bij Directie Bedrijfsvoering voor onder andere DICTU en detachees is veranderd. Dit loopt niet meer via de ontvangsten, maar via de uitgaven. 

Totaaloverzicht apparaatsuitgaven inclusief agentschappen en ZBO's

In de tabel zijn onder andere de personele en materiële apparaatskosten van de NVWA, ZBO’s en RWT’s vermeld. Deze apparaatskosten worden niet alleen door LNV gefinancierd, maar ook door andere opdrachtgevende ministeries, decentrale overheden en derden. In de agentschapsparagraaf en in Bijlage 1: Toezichtrelaties rwt's en zbo's wordt dit nader toegelicht. De apparaatskosten van de zelfstandige bestuursorganen zonder rechtspersoonlijkheid Grondkamers, Centrale Commissie Dierproeven, Kamer voor de Binnenvisserij en Raad voor Plantenrassen zijn vanwege hun beperkte omvang niet opgenomen in de tabel. Met uitzondering van de Raad voor Plantenrassen is aan deze zelfstandige bestuursorganen personeel afkomstig van RVO.nl, ter beschikking gesteld door de minister. In het geval van de Raad voor Plantenrassen is het ondersteunend personeel afkomstig van Naktuinbouw.

Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen en Zelfstandige Bestuursorganen/Rechtspersonen met een wettelijke taak (bedragen x € 1.000)
      

Vastgestelde begroting

 
 

Realisatie

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Totaal apparaatsuitgaven Ministerie

126.989

138.841

149.717

153.244

173.640

150.403

23.237

Kerndepartement

126.989

138.841

149.717

153.244

173.640

150.403

23.237

        

Totaal apparaatskosten Agentschappen

345.312

377.218

399.236

413.528

458.888

449.724

9.164

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)

345.312

377.218

399.236

413.528

458.888

449.724

9.164

        

Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's

Staatsbosbeheer (SBB)

81.053

87.864

86.226

86.669

89.785

114.600

‒ 24.815

Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden)

15.816

16.365

17.154

18.309

18.558

18.893

‒ 335

Wageningen Research (WR)

305.814

302.092

304.660

307.703

*1

Stichting Bloembollenkeuringsdienst

8.689

9.176

8.844

9.180

9.955

9.955

        

Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen (NAK)

18.748

19.204

19.695

19.411

Stichting Controle Orgaan Kwaliteits Zaken (COKZ)

6.267

6.509

6.832

6.914

7.461

Stichting Kwaliteits-Controle-Bureau (KCB)

16.673

17.680

18.786

23.285

26.549

23.231

3.318

Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw (Naktuinbouw)

28.072

30.008

30.659

31.840

35.873

34.176

1.697

Stichting Skal Biocontrole (SKAL)

4.808

5.329

6.671

9.016

11.593

11.913

‒ 320

        
        

*1= De jaarrekening van dit zelfstandige bestuursorgaan is niet beschikbaar voor 2022 en zal worden opgenomen in 2023

       
Licence