Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 20 Lucht en Geluid

Algemene Doelstelling

Bevorderen van een solide en gezonde leefomgeving door de luchtkwaliteit te verbeteren en door geluidhinder te voorkomen of te beperken.

Regisseren

Rollen en Verantwoordelijkheden

Om qua luchtkwaliteit en geluid een solide en gezonde leefomgeving te bereiken, regisseert de Minister van IenW de inhoudelijke lijn voor de nationale inbreng in de ontwikkeling van het Europese luchtkwaliteits- en geluidbeleid. Meer specifiek is de Minister van IenW verantwoordelijk voor:

  • De coördinatie van de Nederlandse inzet in internationaal kader bij de vaststelling van grenswaarden en plafonds voor emissies van luchtverontreinigende stoffen, de vertaling daarvan naar Nederlandse wet- en regelgeving en (zo nodig) de verdeling van doelstellingen over sectoren en milieuthema’s. De doelen, grenswaarden en plafonds hebben betrekking op verbetering van de luchtkwaliteit en op bronbeleid voor geluid- en industriële emissies.

  • De ondersteuning van gemeenten en provincies bij het toezicht op de naleving van algemene regels en bij de vergunningverlening ter vermindering van luchtemissies bij de industrie en bij een juiste toepassing van de geluidregelgeving;

  • De implementatie van de geluidregelgeving (wet SWUNG8) waarmee een optimale gezondheidsbescherming van burgers en flexibiliteit voor de beheerders van rijkswegen en hoofdspoorwegen wordt beoogd. SWUNG-2 zal de aanpak van geluidhinder op gemeentelijk en provinciaal niveau beter uitvoerbaar maken. Deze nieuwe geluidregels worden ondergebracht in de Omgevingswet. Lagere overheden worden ondersteund om aan de voorschriften van deze regelgeving te kunnen voldoen en geluidsgevoelige locaties langs infrastructuur aan te pakken.

Stimuleren

Om de milieudoelen op het gebied van luchtkwaliteit en geluid te behalen, is het belangrijk deze op een proactieve wijze met maatschappelijke partners te delen. Daarom stimuleert de Minister van IenW:

  • Het aangaan en organiseren van allianties met en tussen bedrijven, branches, overheden en kennisorganisaties om de doelen uit het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) en SWUNG (geluid) tot een succesvolle uitvoering te brengen;

  • Een permanente verbetering van de luchtkwaliteit om zo te komen tot een vermindering van gezondheidsrisico’s door luchtverontreiniging, via het Schone Lucht Akkoord. Hiermee werkt het kabinet – conform het advies van de Gezondheidsraad – toe naar de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie.

  • Medeoverheden tot uitvoering van maatregelpakketten in het NSL om daarmee de Europese normen voor luchtkwaliteit te halen.

Ten slotte is de Minister verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van (een deel van) de wet- en regelgeving door de ILT op dit beleidsterrein (zie beleidsartikel 24 Handhaving en Toezicht).

Indicatoren en Kengetallen

Jaarlijks ontvangt de Tweede Kamer een monitoringsrapportage over de voortgang van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De monitoring dient om de voortgang van de uitvoering van het NSL te volgen en biedt een basis om het programma waar nodig bij te sturen. De monitoring betreft de ontwikkeling van de luchtkwaliteit en de uitvoering van projecten en maatregelen. De negende rapportage is op 19 december 2018 aan de Kamer verzonden (Kamerstukken II 2018–2019 30 175, nr. 325).

Kengetallen sanering verkeerslawaai

Deze tabel betreft een overzicht van het aantal woningen op de saneringslijst, en het aantal reeds gesaneerde woningen per periode. (De A-lijst betreft woningen met de hoogste geluidsbelastingen).

Overzichtstabel sanering verkeerslawaai
 

t.g.v. Rijksinfrastructuur

t.g.v. andere infrastructuur

Totaal

Aantal woningen

Rijkswegen inclusief betreffende A-lijst woningen

Spoorwegen

A-lijst

Overig

 

Totaal

109.800

70.650

77.355

335.800

593.605

Uitgevoerd 1980–1990 (schatting)

40.000

7.450

0

40.000

87.450

Uitgevoerd 1990–2011

58.302

16.238

48.650

36.721

159.911

Uitgevoerd 2012

0

549

3.031

1.125

4.705

Uitgevoerd 2013

0

831

3.000

2.784

6.615

Uitgevoerd 2014

56

704

3.000

397

4.157

Uitgevoerd 2015

22

2.311

2.000

434

4.767

Uitgevoerd 2016

0

740

1.600

1.832

4.172

Uitgevoerd 2017

0

1.067

200

1.253

2.520

Uitgevoerd 2018

0

83

300

2.500

2.883

Resultaat opschonen saneringsvoorraad

0

0

2.225

48.275

50.500

Planning 2019

0

675

400

3.000

4.075

Gepland restant per eind 2019

11.420

40.002

12.949

197.479

261.850

Bron: Bureau Sanering Verkeerslawaai (BSV)

https://www.bureausaneringverkeerslawaai.nl/

Deze cijfers hebben betrekking op de sanering verkeerslawaai die onder regime van de Wet Geluidhinder wordt afgehandeld. Deze sanering kent een ander normenkader dan de sanering vanwege rijksinfrastructuur die nu door RWS en ProRail wordt uitgevoerd onder de Wet milieubeheer. Deze sanering is opgenomen onder beleidsartikel 14. Hier wordt alleen de voortgang gerapporteerd van de sanering bij rijksinfra die nog onder overgangsrecht onder de Wet geluidhinder plaatsvindt.

In 2018 is de saneringsvoorraad opgeschoond. Een groot deel van de gemeenten heeft informatie aangeleverd over woningen die uit het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) zijn gesaneerd of om andere redenen niet meer in aanmerking komen voor sanering. Hierdoor is de saneringsvoorraad met circa 20% afgenomen.

Op dit moment nadert de sanering van de A-lijst afronding. De sanering van overige woningen op de saneringslijst neemt toe. De voortgang van de sanering wordt bepaald door het beschikbare budget, dat jaarlijks volledig wordt besteed. Het jaar 2020 is het laatste jaar waarin saneringen onder de Wet geluidhinder gestart kunnen worden. Daarna zal de saneringsregeling worden uitgevoerd onder de Omgevingswet met een aangepaste saneringslijst.

Kengetal: Emissies luchtverontreinigende stoffen 1990, 2000, 2005, 2010, 2015, 2016 en 2017, doelstellingen en prognoses 2020 en 2030 in kton/jr.

Elk jaar wordt een nieuwe analyse uitgevoerd en door nieuwe kennis kan dat betekenen dat ook eerdere cijfers soms nog enigszins worden aangepast. Zie ook toelichting.

 

1990

2000

2005

2010

2010

2015

2016

2017

2020

20201

2030

2030

         

NEC- Richtlijn

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Raming

Herziene NEC-Richtlijn

Raming

Herziene NEC-Richtlijn

SO2

194

77

67

35

50

31

29

27

30

48

31

32

NOx2

629

441

380

312

260

256

253

254

173

210

127

149

NH3

351

176

155

130

128

124

123

127

119

135

107

122

NM VOS23

601

331

199

185

185

160

152

154

144

183

146

170

PM2,5

53

30

24

19

geen

15

14

13

11

15

10

13

1

De plafonds voor 2020 en 2030 zijn afgeleid van de Richtlijn inzake nationale emissie reductieverbintenissen inzake bepaalde stoffen in de lucht (2016/2284), waarin reductiepercentages zijn opgenomen ten opzichte van basisjaar 2005. De voorstellen voor 2020 zijn gelijk aan de waarden in het herziene Gotenburgprotocol, dat binnenkort zal worden geratificeerd.

2

de emissietotalen voor NOx en NMVOS zijn conform de Richtlijn 2016/2284 exclusief de emissies uit de agrarische bronnen mestbewerking en landbouwgronden.

3

NMVOS: Vluchtige organische stoffen, exclusief methaan.

Toelichting

In december 2016 zijn de nieuwe doelstellingen voor luchtverontreinigende stoffen vastgesteld. Het betreft aanpassing van de National Emission Ceilings (NEC) (richtlijn (EU) 2016/2284). In bovenstaande tabel zijn de reductiepercentages uit de richtlijn omgerekend naar vrachten. Elk jaar wordt een nieuwe analyse uitgevoerd en door nieuwe kennis kan dat betekenen dat ook eerdere cijfers soms nog enigszins worden aangepast doordat deze nieuwe inzichten met terugwerkende kracht ook worden meegenomen in de emissiecijfers van voorgaande jaren.

Beleidswijzigingen

Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) is verlengd tot aan de invoering van de Omgevingswet. Er resteren nog enkele overschrijdingen van de EU-normen voor luchtkwaliteit op fijnstof en stikstofdioxide, in enkele gebieden met intensieve veehouderij (fijnstof) en bij binnenstedelijke gebieden (stikstofdioxide). In 2018 is de Aanpassing NSL 2018 gepubliceerd met aanvullende maatregelen met als doel om op de kortst mogelijke termijn de laatste EU-normoverschrijdingen teniet te doen. Ook wanneer de EU-normoverschrijdingen zijn opgelost, doen zich gezondheidsrisico’s voor door luchtverontreiniging. Daarom werkt het kabinet aan het Schone Lucht Akkoord. Dit is gericht op een permanente verbetering van de luchtkwaliteit om zo te komen tot een vermindering van gezondheidsrisico’s door luchtverontreiniging. Hiermee werkt het kabinet – conform het advies van de Gezondheidsraad9 – toe naar de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie. Het Schone Lucht Akkoord wordt samen met decentrale overheden in 2019 gepresenteerd en in 2020 uitgevoerd. Het Ministerie van IenW reserveert (2020–2023) in deze begroting in totaal € 50 miljoen op het Infrastructuurfonds (artikel 20.03) voor de uitvoering van maatregelen genoemd in het te sluiten Schone Lucht Akkoord. De aanbevelingen van het IBO Luchtkwaliteit en de beleidsdoorlichting van het NSL zijn hierbij betrokken10.

De aanvullingswet geluid waarmee geluidregels ondergebracht worden in de Omgevingswet is op 5 oktober 2018 ter behandeling aan de Tweede Kamer aangeboden. Uitwerking in onderliggende regelgeving vindt in 2019 en 2020 plaats. Waar het gaat om geluidsanering is het van belang dat de saneringsoperatie verder wordt afgerond en waar mogelijk op een kosteneffectieve manier wordt verbreed. Naast deze ontwikkelingen zal worden gezocht naar tot nu toe onvoldoende gebruikte mogelijkheden. Met het oog op een kostenefficiënte inzet van de beschikbare middelen voor de geluidsanering langs de rijksinfrastructuur (Meerjarenprogramma Geluidsanering) is in 2016 en 2017 de regelgeving beperkt aangepast. Op basis hiervan is 2018 en 2019 verder invulling gegeven aan de uitwerking van maatregelen binnen het Meerjarenprogramma Geluidsanering, waarna de komende jaren saneringsplannen vastgesteld en in uitvoering worden genomen.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel budgettaire gevolgen van beleid art. 20 Lucht en Geluid (bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

17.407

23.700

25.845

26.686

27.191

29.158

29.805

Uitgaven

23.627

26.778

26.045

26.686

27.191

29.158

29.805

Waarvan juridisch verplicht

   

99%

       

20.01

Gezonde lucht en tegengaan geluidhinder

23.627

26.778

26.045

26.686

27.191

29.158

29.805

20.01.01

Opdrachten

6.080

4.303

2.763

2.782

2.782

2.782

2.782

 

– Geluid en luchtsanering

3.938

4.133

2.763

2.782

2.782

2.782

2.782

 

– Overige opdrachten

2.142

170

0

0

0

0

0

20.01.03

Bijdragen aan agentschappen

921

1.372

1.539

1.527

1.546

1.556

1.556

 

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

921

1.372

1.539

1.527

1.546

1.556

1.556

20.01.04

Bijdragen aan medeoverheden

16.124

20.428

21.452

21.921

22.407

24.364

25.011

 

– NSL

5

0

0

0

0

0

0

 

– Wegverkeerlawaai

16.119

20.428

21.452

21.921

22.407

24.364

25.011

20.01.07

Bekostiging

502

675

291

456

456

456

456

Ontvangsten

342

247

0

0

0

0

0

Budgetflexibiliteit

De bijdragen aan medeoverheden in het kader van met name de wettelijke taken inzake de sanering van het wegverkeerslawaai en het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) zijn juridisch verplicht. Van het opdrachtenbudget is een deel juridisch verplicht door lopende opdrachten in de sfeer van de uitvoering van met name de geluidsanering.

Het niet-juridisch verplichte deel van dit artikel wordt aangewend voor (onderzoeks)opdrachten aan TNO op de beleidsterreinen lucht en geluid.

20.01 Gezonde lucht en tegengaan geluidhinder

Toelichting op de financiële instrumenten

20.01.01 Opdrachten

Het Ministerie van IenW geeft uitvoerings- en onderzoeksopdrachten in het kader van geluidhinder en luchtkwaliteit. Ten aanzien van het beleidsterrein geluidhinder gaat het met name om de opdrachtverlening aan het Bureau Sanering Verkeerslawaai (BSV), dat namens het Ministerie van IenW zorg draagt voor de uitvoering van de geluidsanering voor gemeentelijke en provinciale infrastructuur.

20.01.03 Bijdragen aan agentschappen

RWS

De voornaamste werkzaamheden voor de bijdragen aan RWS zijn voor luchtkwaliteit en geluid onder meer het geven van inhoudelijk advies, het uitvoeren van (literatuur)onderzoek en het verzorgen dan wel ondersteunen van rapportages.

20.01.04 Bijdragen aan medeoverheden

De betalingen aan de provincies en gemeenten in het kader van het NSL hebben in de afgelopen jaren plaatsgevonden, in diverse tranches. De financiële afwikkeling en nabetaling van het restant van de toegezegde bijdragen vindt plaats in 2019.

Bij het onderdeel wegverkeerslawaai gaat het om de bijdragen aan provincies en gemeenten voor het uitvoeren van saneringsmaatregelen met betrekking tot geluidhinder door het verkeer.

20.01.07 Bekostiging

Jaarlijks bekostigt het Ministerie van IenW een deel van het milieuonderzoeksprogramma van TNO. Over de invulling van dit programma worden afspraken gemaakt met TNO, mede om te borgen dat het onderzoek en de resultaten dienstbaar zijn aan de beleidsontwikkeling en -onderbouwing door IenW.

8

SWUNG: Samen Werken aan de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid

9

Bijlage bij Kamerstukken II 2017–2018 30 175, nr. 292

10

Kamerstukken II 2018–2019 30 175, nr. 338, Kamerstukken II 2018–2019 30 175, nr. 339, Kamerstukken II 2018–2019 30 175, nr. 340

Licence