Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 3 Toekomstfonds

Op dit artikel is ten opzichte van de Najaarsnota in 2021 € 111,2 mln minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van € 261,3 mln minder aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn € 14,3 mln hoger dan begroot bij de Najaarsnota.

Verplichtingen

Verplichtingenmutaties groter dan € 5 mln:

  • Voor de investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek is € 6,1 mln minder aan verplichtingen gerealiseerd. Dit betreft de niet aangewende buffer die beschikbaar is voor niet volledig revolverende investeringen in het onderzoeksdeel van het Toekomstfonds.

  • De committering aan RegMed (€ 11,5 mln) kon niet in 2021 worden gerealiseerd. Samen met het Ministerie van VWS wordt hier in 2022 verder vorm aan gegeven.

  • Voor het Innovatiekrediet is € 15,5 mln minder aan verplichtingen aangegaan dan begroot. Dit komt doordat er minder bedrijven zich hebben aangemeld die in aanmerking kwamen voor de lening.

  • De bijdrage aan RVO was € 6,4 mln lager dan begroot.

  • Voor de kapitaalverstrekking aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM) is € 5,2 mln minder verplicht dan begroot. Dit komt voort uit de herverdeling van de Coronaoverbruggingsleningen over de ROM's die in 2021 heeft plaatsgevonden. Hiervoor was alleen nieuwe verplichtingenruimte nodig.

  • Het Dutch Future Fund, onderdeel van het steun- en herstelpakket van augustus 2020, stond gepland om te starten in 2021. Door een langer dan gepland implementatietraject is het niet gelukt om het initiatief te starten in 2021. Hierdoor is er € 25 mln minder verplicht dan begroot. Beoogd wordt in 2022 de verplichting aan te gaan.

  • Het Deep Tech Fund, onderdeel van het steun- en herstelpakket van augustus 2020, stond gepland om te starten in 2021. Door een langer dan gepland implementatietraject is het niet gelukt om het initiatief te starten in 2021. Hierdoor is er € 175 mln minder verplicht dan begroot. Beoogd wordt in 2022 de verplichting aan te gaan.

  • De regeling Vroegefasefinanciering biedt financiering in de vorm van een geldlening voor innovatieve bedrijven in een vroege ontwikkelingsfase. De omvang en het moment van de verplichtingen in het kader van Vroege Fase Financiering worden bepaald door aanvragen van innovatieve bedrijven en starters. Deze uitvragen fluctueren in aantal en omvang. Vooraf zijn deze fluctuaties niet precies te ramen. Er is in 2021 € 10,4 mln minder verplicht dan begroot.

Uitgaven

Uitgavenmutaties groter dan € 5 mln:

  • Voor de regeling Thematische Technology Transfer (leningendeel) werd € 5,7 mln minder uitgegeven vanwege een lagere liquiditeitsbehoefte van de TTT-fondsen.

  • Voor het Innovatiekrediet is € 9 mln minder uitgegeven dan geraamd. De kasuitgaven op het innovatiekrediet fluctueren jaarlijks door individuele uitbetalingsafspraken met bedrijven op basis van afgesproken mijlpalen.

  • De bijdrage aan RVO was € 6,4 mln lager dan begroot.

  • De omvang en het moment van de uitgaven in het kader van het Dutch Venture Initiative worden bepaald door de investeringen en terugont­vangsten van de fondsen bij hun portfolio-bedrijven. Deze investeringen en ontvangsten fluctueren in aantal en omvang. Vooraf zijn deze fluctuaties niet precies te ramen. Er was in 2021 voor een bedrag van € 45,8 mln minder gefinancierd in het kader van DVI en DVI II.

  • Het Deep Tech Fund, onderdeel van het steun- en herstelpakket van augustus 2020, stond gepland om te starten in 2021. Door een langer dan gedacht lopend implementatietraject is het niet gelukt om het initiatief te starten. Hierdoor is er € 10 mln minder aan uitgaven gedaan dan begroot. Beoogd wordt in 2022 voor het eerst geld gaan te verstrekken.

  • Het Fonds Alternatieve Financiering, onderdeel van het steun- en herstelpakket van augustus 2020, is gestart in 2021. De uitfinanciering van het fonds is op basis van de kredietbehoefte van de uitvrager. Er is in 2021 geen uitvraag geweest. Hierdoor is er € 10 mln minder aan uitgaven gedaan dan begroot.

  • De regeling Vroegefasefinanciering biedt financiering in de vorm van een geldlening voor innovatieve bedrijven in een vroege ontwikkelingsfase. De omvang en het moment van de uitgaven in het kader van Vroege Fase Financiering worden bepaald door het uitvragen van betalingen van de leningen. Deze uitvragen fluctueren in aantal en omvang. Vooraf zijn deze fluctuaties niet precies te ramen. Er is in 2021 € 5,6 mln minder uitgefinan­cierd dan begroot in.

Ontvangsten

Ontvangstenmutaties groter dan € 5 mln:

  • Er is € 13 mln meer ontvangen op het Innovatiekrediet. Dit komt door de terugbetaling van een aantal succesvolle technische projecten. De ontvangsten op het Innovatiekrediet fluctueren jaarlijks.

  • De hogere ontvangsten van € 8,2 mln betreffen terugbetalingen van de Corona Overbruggingsleningen (COL). Hier was in 2021 nog geen geld voor geraamd omdat niet duidelijk was wanneer de terugbetalingen van de lening zouden beginnen. Het bedrag beslaat eerder dan verwachte terug­betalingen van de COL

  • Voor het Dutch Venture Initiative (DVI) is € 29,8 mln minder ontvangen dan geraamd. De omvang en het moment van de uitgaven en ontvangsten in het kader van het Dutch Venture Initiative worden bepaald door de investe­ringen en ontvangsten van de fondsen bij hun portfolio-bedrijven. Deze investeringen en ontvangsten fluctueren in aantal en omvang. Vooraf zijn deze fluctuaties niet precies te ramen, waardoor de realisatie sterk kan afwijken van de raming.

  • Er is € 20,1 mln meer ontvangen dan verwacht bij de Seed-regeling. De omvang en het moment van de ontvangsten in het kader van de Seed-regeling worden bepaald door de investeringen en ontvangsten van de verschillende Seed-fondsen. Deze investeringen en ontvangsten fluctueren in aantal en omvang, bijvoorbeeld als er enkele grote exits binnen een jaar plaatsvinden. Vooraf zijn deze fluctuaties niet precies te ramen, waardoor realisatie kan afwijken van de begroting.

Licence