Base description which applies to whole site

3.1 Artikel 1 Arbeidsmarkt

Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsgefinancierd artikel 1 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

4.885.364

1.111.297

5.996.661

266.412

6.263.073

‒ 286.120

89.619

26.543

‒ 207.240

          

Uitgaven

4.546.625

1.111.297

5.657.922

243.574

5.901.496

‒ 295.307

‒ 27.645

101.425

‒ 240.032

          

Inkomensoverdrachten

         

Lage-inkomensvoordeel

374.109

0

374.109

‒ 12.263

361.846

‒ 12.243

40.780

359.906

0

Minimumjeugdloonvoordeel

18.767

0

18.767

142

18.909

142

2.142

0

0

Loonkostenvoordelen

128.457

0

128.457

9.526

137.983

9.704

9.898

‒ 368.873

‒ 241.601

Subsidies (regelingen)

         

Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden

122.931

0

122.931

‒ 32.132

90.799

‒ 7.736

‒ 79.253

75.856

‒ 19.027

Overige subsidies algemeen

3.112

3.920

7.032

69

7.101

29

37

0

0

Duurzame inzetbaarheid en leven lang ontwikkelen

11.000

0

11.000

‒ 5.129

5.871

‒ 6.015

‒ 700

‒ 5.575

16.810

Stimuleringregeling LLO in MKB

65.200

0

65.200

‒ 36.877

28.323

0

0

40.000

0

Stimulans Arbeidsmarktpositie

180.321

0

180.321

‒ 2.975

177.346

0

0

0

0

Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid

3.550.019

1.098.495

4.648.514

323.383

4.971.897

‒ 277.706

0

0

0

Nederland leert door

52.600

8.802

61.402

‒ 806

60.596

‒ 227

0

0

0

Opdrachten

         

Opdrachten

30.863

80

30.943

3.777

34.720

2.517

3.223

3.883

3.786

Bekostiging

         

Bekostiging

550

0

550

0

550

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Ministerie van VWS

56

0

56

51

107

0

0

0

0

Ministerie van EZK

3.874

0

3.874

‒ 3.192

682

‒ 3.772

‒ 3.772

‒ 3.772

0

Bijdrage aan agentschappen

         

Agentschap RIVM

4.596

0

4.596

0

4.596

0

0

0

0

Agentschap CJIB

170

0

170

0

170

0

0

0

0

          

Ontvangsten

988.799

‒ 974.989

13.810

1.687.818

1.701.628

‒ 388.294

‒ 46.151

‒ 88.948

‒ 50.150

          

Ontvangsten

         

Algemeen

1.110

0

1.110

0

1.110

0

0

0

0

Boeten

12.700

0

12.700

‒ 3.700

9.000

0

0

0

0

Terug ontvangsten NOW

974.989

‒ 974.989

0

1.691.518

1.691.518

‒ 388.294

‒ 46.151

‒ 88.948

‒ 50.150

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt € 243,6 miljoen bij de uitgaven en € 266,4 miljoen bij de verplichtingen. De mutatie bij de ontvangsten is € 1.687,8 miljoen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht.

Juridisch verplichte uitgaven

De juridisch verplichte uitgaven zijn bij stand 1e suppletoire begroting 2022 99,81%.

Inkomensoverdrachten: lage-inkomensvoordeel (LIV)

  • 1. De raming voor 2022 is met -/- € 12,3 miljoen verlaagd en de raming van 2023 tot en met 2025 is met -/- € 12,2 miljoen verlaagd door de verwerking van de voorlopige realisatiegegevens over 2021.

  • 2. In het Coalitieakkoord is opgenomen dat het LKV Jongeren niet wordt ingevoerd. Het LIV kan door de uitvoeringstechnische redenen pas in 2025 worden afgeschaft. In 2025 wordt € 269,1 miljoen, dat was gereserveerd voor de invoering van het LKV Jongeren en de compensatie voor Wsw/beschut (beiden afkomstig uit het LIV-budget), daarom weer teruggeboekt.

  • 3. Door het structureel maken van het LKV Banenafspraak in 2025 i.p.v. in 2024 en het uitstellen van het afschaffen van het LIV van 2024 naar 2025, is er in 2025 sprake van een budgettair neutrale herschikking tussen LIV en LKV (€ 103,0 miljoen in 2025).

  • 4. De stapsgewijze verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) uit het coalitieakkoord gaat in per 1 januari 2023 in plaats van 1 januari 2024. Dit leidt in 2024 (vanwege uitbetaling in jaar t+1) tot een stijging van de uitgaven aan het LIV van naar schatting € 53,0 miljoen. In 2024 (uitbetaling in 2025) wordt de verhoging van het wettelijk minimumloon budgettair neutraal opgevangen binnen het LIV. Vanaf 2025 (uitbetaling in 2026) wordt het LIV afgeschaft.

Inkomensoverdachten: minimumjeugdloonvoordeel

  • 1. De raming voor 2022 tot en met 2024 is licht opwaarts bijgesteld (€ 0,1 miljoen per jaar) door de verwerking van de voorlopige realisatiegegevens over 2021.

  • 2. De stapsgewijze verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) uit het coalitieakkoord gaat in per 1 januari 2023 in plaats van 1 januari 2024. Dit leidt tot een stijging van de uitgaven aan het Jeugd-LIV in 2024 (vanwege uitbetaling in jaar t+1) van naar schatting € 2,0 miljoen. Vanaf 2024 (uitbetaling in 2025) wordt het Jeugd-LIV afgeschaft.

Inkomensoverdrachten: loonkostenvoordelen (LKV)

  • 1. Op basis van de voorlopige realisaties over 2021 is de raming structureel naar boven bijgesteld (€ 9,5 miljoen in 2022).

  • 2. In het Coalitieakkoord is opgenomen dat het LKV Jongeren niet wordt ingevoerd. De reservering wordt vanaf 2025 structureel uitgeboekt (- € 250,0 miljoen). Voor 2025 wordt dit bedrag weer teruggeboekt naar het LIV.

  • 3. Door het structureel maken van het LKV Banenafspraak in 2025 i.p.v. in 2024 en het uitstellen van het afschaffen van het LIV van 2024 naar 2025, is er in 2025 van een budgettair neutrale herschikking tussen LIV en LKV (- € 103,0 miljoen in 2025).

  • 4. Het structureel maken van het LKV Banenafspraak wordt uitgesteld van 2024 naar 2025. Hiermee wordt ook het schrappen van de 3-jaarsbepaling van dit LKV een jaar uitgesteld (- 10,6 miljoen in 2025).

Subsidies: Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden

  • 1. Voor de maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDI&EU) is meerjarig in totaal 1 miljard euro beschikbaar. In de zomer van 2021 heeft het eerste aanvraagtijdvak voor activiteitenplannen opengestaan en aan het eind van het jaar was de behandeling van de aanvragen afgerond. Het subsidieplafond voor het tweede tijdvak, in het eerste kwartaal van 2022, is iets lager vastgesteld dan eerder werd verwacht, omdat sectoren hebben aangegeven meer tijd nodig te hebben om tot afspraken te komen over eerder uittreden en duurzame inzetbaarheid. Om beter bij het verwachte kasritme van de eerste tijdvakken aan te sluiten is er een budgettaire neutrale kasschuif van 2022 (- € 38,0 miljoen) naar 2023 tot en met 2027 gedaan.

  • 2. Om ervoor te zorgen dat het totaalbedrag voor de MDI&EU (€ 1 miljard) beschikbaar blijft, wordt via de eindejaarsmarge van 2021 de onderuitputting op de regeling in 2021 van € 5,8 miljoen aan budget voor de begroting 2022 toegevoegd.

Subsidies: Overige subsidies algemeen

  • 1. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (€ 0,1 miljoen).

Subsidies: Duurzame inzetbaarheid en een levenlang ontwikkelen

  • 1. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (- € 0,6 miljoen).

  • 2. Om beter bij het verwachte kasritme aan te sluiten is er een budgettair neutrale kasschuif van 2022 (- € 4,5 miljoen) naar 2023 tot en met 2026 gedaan.

Subsidies: Stimuleringsregeling LLO in MKB

  • 1. Om beter bij het verwachte kasritme aan te sluiten is er een budgettair neutrale kasschuif van 2022 (- € 40,0 miljoen) naar 2025 gedaan.

  • 2. Via de eindejaarsmarge van 2021 is er € 3,1 miljoen aan budget voor de begroting 2022 toegevoegd.

Subsidies: Stimulans Arbeidsmarktpositie

  • 1. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (- € 0,9 miljoen).

  • 2. Er is een overboeking naar het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van ‒ € 2,1 miljoen voor meer uren die DUO gemaakt heeft voor het uitvoeren van de subsidieregeling.

Subsidies: Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid

  • 1. Om volledig aan te sluiten bij de afrekensystematiek van de NOW hebben er budgettaire herschikkingen plaatsgevonden. In 2022 wordt met UWV het saldo van de nog te verwachten uitgaven minus ontvangsten afgerekend. Indien UWV tot op heden meer is bevoorschot dan in totaal (na alle vaststellingen) aan uitgaven wordt verwacht, betaalt UWV het te veel ontvangen bedrag terug. In de omgekeerde situatie betaald SZW in 2022 nog een bedrag na. Deze afrekening vindt plaats per individuele NOW-regeling. Het gevolg van het aansluiten bij deze systematiek is allereerst dat alle uitgaven en ontvangsten vanaf 2023 in de begroting naar 0 gaan. Het betreft cumulatief € 277,7 miljoen aan uitgaven en € 585,2 miljoen aan ontvangsten. In de tabel hierboven is de cumulatieve neerwaartse bijstelling van de ontvangsten vanaf 2023 overigens € 573,5 miljoen. Het verschil komt door ontvangsten die voor 2027 op de begroting stonden, die zijn niet in tabel 8 weergegeven. Het tweede gevolg van het aansluiten bij deze systematiek is dat de uitgaven en ontvangsten raming voor 2022 per NOW-regeling wordt aangesloten bij de verwachte afrekening die plaatsvindt. Voor de uitgaven impliceert dit een opwaartse bijstelling van € 137,1 miljoen in 2022 en voor de ontvangsten is er geen mutatie.

  • 2. Op basis van de uitvoeringsgegevens van het UWV is de uitgavenraming van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) naar boven bijgesteld met € 186,2 miloen voor 2022. Van de NOW 1 (€ 91,5 miljoen) en de NOW 2 (€ 122,8 miljoen) vallen de nabetalingen hoger uit. Het aantal aanvragen voor de zevende tranche (NOW 5) valt lager uit (- € 28 miljoen).

Subsidies: Nederland leert door

  • 1. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (- € 0,8 miljoen).

Opdrachten, bijdrage andere begrotingen en bijdrage agentschappen

  • 1. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (€ 1,7 miljoen).

  • 2. Op het opdrachtenbudget is via de eindejaarsmarge van 2021 voor een totaal bedrag van € 1,3 miljoen aan budget voor de begroting 2022 toegevoegd.

  • 3. Er zijn in totaal 12 overboekingen met andere departementen verwerkt bij opdrachten en bijdrage andere hoofdstukken (- € 6,3 miljoen). De grootste is de overboeking naar het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor de aanvullende rijksbijdrage TNO voor het Maatschappelijk Programma Arbeidsomstandigheden (- € 3,8 miljoen).

  • 4. Voor opdrachten communicatie wordt van 2022 t/m 2025 jaarlijks € 0,7 miljoen budget toegevoegd voor communicatieactiviteiten met betrekking tot regelingen en wetgevingstrajecten.

  • 5. Er is sprake van een budgettair neutrale herschikking binnen de SZW-begroting van begrotingsgefinancierd naar premiegefinancierd (artikel 11 uitvoering SVB ) voor bijdrage Stichting Pensioenregister (- € 0,1 miljoen vanaf 2023 structureel).

  • 6. In het Coalitieakkoord zijn voor de aanbevelingen van de commissie Roemer (aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten) structureel middelen gereserveerd. Er worden nu middelen geboekt voor overkoepelende uitvoeringskosten en voor certificering, € 3,2 miljoen in 2022 oplopend tot € 5,0 miljoen vanaf 2024 structureel.

Verplichtingen artikel 1 

Op de kasschuiven wijkt het verplichtingenbedrag € 10,8 miljoen af van het kasbedrag. De verplichtingen worden in 2022 al aangegaan terwijl de uitbetalingen verspreid over de jaren plaatsvinden. Verder wijkt bij de eindejaarsmarge het verplichtingenbedrag € 12,0 miljoen af van het kasbedrag. Hierdoor zijn de verplichtingenmutaties in totaal € 22,8 miljoen hoger dan de uitgavenmutaties ad € 243,6 miljoen.

Ontvangsten: Boeten

  • 1. De raming van de boeteontvangsten is voor 2022 naar beneden bijgesteld (- € 3,7 miljoen). Dit komt omdat het aandeel reactieve inspecties nog steeds hoger is dan verwacht. Reactieve inspecties kosten meer tijd, waardoor er minder inspecties plaatsvinden en er minder boetes worden opgelegd. Daarnaast zijn er minder boetes opgelegd en geïnd door de coronacrisis, wat ook invloed heeft op de verwachte boeteontvangsten voor 2022. De raming van de boeteontvangsten van de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) is met aanzienlijke onzekerheid omgeven. Boeteontvangsten hangen onder andere af van het aantal inspecties en wat er wordt waargenomen bij deze inspecties. Overigens zijn boeteontvangsten niet taakstellend voor de NLA. Zij stuurt niet op het behalen van de geraamde boetontvangsten. De NLA stuurt uiteraard wel op het innen van de opgelegde boetes.

Ontvangsten: terugontvangsten NOW

  • 1. Om volledig aan te sluiten bij de afrekensystematiek van de NOW hebben er budgettaire herschikkingen plaatsgevonden. In 2022 wordt met UWV het saldo van de nog te verwachten uitgaven minus ontvangsten afgerekend. Indien UWV tot op heden meer is bevoorschot dan in totaal (na alle vaststellingen) aan uitgaven wordt verwacht, betaalt UWV het te veel ontvangen bedrag terug. In de omgekeerde situatie betaald SZW in 2022 nog een bedrag na. Deze afrekening vindt plaats per individuele NOW-regeling. Het gevolg van het aansluiten bij deze systematiek is allereerst dat alle uitgaven en ontvangsten vanaf 2023 in de begroting naar 0 gaan. Het betreft cumulatief € 277,7 miljoen aan uitgaven en € 585,2 miljoen aan ontvangsten. In de tabel hierboven is de cumulatieve neerwaartse bijstelling van de ontvangsten vanaf 2023 overigens € 573,5 miljoen. Het verschil komt door ontvangsten die voor 2027 op de begroting stonden, die zijn niet in tabel 8 weergegeven. Het tweede gevolg van het aansluiten bij deze systematiek is dat de uitgaven en ontvangsten raming voor 2022 per NOW-regeling wordt aangesloten bij de verwachte afrekening die plaatsvindt. Voor de uitgaven impliceert dit een opwaartse bijstelling van € 137,1 miljoen in 2022 en voor de ontvangsten is er geen mutatie.

  • 2. De voorschotten voor de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) die in 2020 en 2021 verstrekt zijn worden door het UWV vastgesteld. Als voorschotten te hoog zijn geweest moet het te veel ontvangen bedrag terug worden betaald door de werkgever aan het UWV. Dit leidt in 2022 tot terugontvangsten voor de NOW 1 (€ 867,7 miljoen) en NOW 2 (€ 492,8 miljoen) van totaal € 1.360,5 miljoen.

  • 3. Er is minder subsidie voor de NOW-5 (zevende tranche) aangevraagd dan begroot. SZW ontvangt in 2022 € 331,0 miljoen terug, omdat het verstrekte bedrag aan UWV in 2021 voor de uitbetaling van NOW-subsidies achteraf te hoog is gebleken.

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid premiegefinancierd artikel 1 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

457.106

0

457.106

‒ 40.603

416.503

‒ 58.528

‒ 45.141

‒ 31.692

‒ 34.525

          

Uitgaven

457.106

0

457.106

‒ 40.603

416.503

‒ 58.528

‒ 45.141

‒ 31.692

‒ 34.525

          

Inkomensoverdrachten

         

Transitievergoeding na 2 jaar ziekte

413.429

0

413.429

‒ 26.390

387.039

‒ 62.032

‒ 69.134

‒ 76.312

‒ 83.451

Transitievergoeding na 2 jaar ziekte nominaal

8.000

0

8.000

2.932

10.932

6.646

25.415

44.270

48.090

Compensatieregeling Transitievergoeding MKB nominaal

677

0

677

‒ 168

509

644

2.364

4.136

4.622

Compensatieregeling Transitievergoeding MKB

35.000

0

35.000

‒ 16.977

18.023

‒ 3.786

‒ 3.786

‒ 3.786

‒ 3.786

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt ‒ € 40,6 miljoen bij de uitgaven en bij de verplichtingen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht. Op andere artikelen is een Incidentele suppletoire begroting en/of amendement van toepassing. Bij dit artikel is dit niet het geval.

Inkomensoverdracht: transitievergoeding na 2 jaar ziekte

  • 1. De regeling is ingegaan per 2020, met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015. De raming is meerjarig neerwaarts bijgesteld (- € 26 miljoen in 2022). Op basis van uitvoeringsinformatie over 2021 zijn de incidentele uitgaven (terugwerkende kracht) hoger uitgekomen en de structurele uitgaven lager dan eerder was ingeschat. Een deel van de aanvragen met terugwerkende kracht was per abuis als structureel gelabeld, waardoor deze uitgaven te hoog waren ingeschat. Dit is nu naar beneden bijgesteld. De neerwaartse bijstelling op de structurele uitgaven werkt vanaf 2022 meerjarig door. De meevaller op de uitgaven komt in latere jaren hoger uit. De reden hiervoor is dat de volumeontwikkeling naar verwachting een piek kent in 2022, in verband met langdurige ziekte als gevolg van COVID, en daarna licht afneemt. In de eerdere raming werd nog uitgegaan van een stijgende volumeontwikkeling tot 2027 (op grond van demografie).

  • 2. Er is een overboeking naar het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor aanpassing van de raming compensatie-uitgaven aan PGB-houders voor de compensatie transitievergoedking bij ontslag van de zorgverlener wegens langdurige ziekte (- € 0,1 miljoen).

Inkomensoverdracht: compensatieregeling Transitievergoeding MKB

  • 1. De compensatieregeling is per 1 januari 2021 in werking getreden voor bedrijfsbeëindiging wegens pensionering of overlijden van de werkgever. Op grond van uitvoeringsinformatie tot en met december 2021 is de uitgavenraming neerwaarts bijgesteld. De neerwaartse bijstelling bedraagt ‒ € 5 miljoen in 2022 en vanaf 2023 - € 4 miljoen jaarlijks structureel.

  • 2. Inwerkingtreding in 2022 van een regeling voor het onderdeel bedrijfsbeëindiging wegens ziekte of gebreken van de werkgever is niet mogelijk. Dit leidt tot vrijval van - € 12 miljoen in 2022.

Nominaal

  • 1. Dit betreft nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitgaven (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers, totaal € 2,8 miljoen.

Licence