Base description which applies to whole site

2.2 Artikel 12 Hoofdwegennet

Toelichting

Op dit artikel is ten opzichte van de 2e suppletoire begroting (Najaarsnota) in 2022 € 95,9 miljoen minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van € 1,4 miljard minder aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn € 30,7 miljoen lager dan begroot bij de 2e suppletoire begroting.

Verplichtingen

De lagere gerealiseerde verplichtingen van € 1,4 miljard doen zich voornamelijk voor op het artikelonderdeel 12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS. Op dit artikelonderdeel is € 1,2 miljard minder gerealiseerd dan begroot. Dit overschot is via het saldo van 2022 naar 2023 geschoven. De grootste saldomutaties doen zich voor bij de volgende projecten:

  • A27 Houten-Hooipolder: de voorgenomen gunning van het contract zuid in 2022 is vertraagd doordat nog niet voldaan is aan alle aanbestedingsleidraden. In 2023 wordt de gunning formeel bekrachtigd waardoor het benodigde verplichtingenbudget van € 1 miljard is doorgeschoven naar 2023;

  • A24 Blankenburgverbinding: in 2022 heeft RWS nog geen overeenstemming met de aannemer kunnen bereiken inzake de risicoverdeling als gevolg van excessieve prijsstijgingen veroorzaakt door de oorlog in Oekraïne. Hierdoor is voor een bedrag van € 92,4 miljoen minder verplichtingen aangegaan. Het benodigde verplichtingenbudget is doorgeschoven naar 2023;

  • Aflossing tunnels: er is op de Tunnel de Noord sprake van een overschot als gevolg van lagere indexeringsverplichtingen dan eerder is voorzien. Het overschot van € 15,4 miljoen is doorgeschoven naar 2023;

  • A16 Rotterdam: het niet afsluiten van de vaststellingsovereenkomst inzake Covid-19 en secundaire inkopen leidt tot een overschot van € 11,4 miljoen. Het benodigde verplichtingenbudget is doorgeschoven naar 2023;

  • A15 Maasvlakte-Vaanplein: de vastlegging van twee grote bestellingen inzake ontruimingstijdverkorting en aanvaarbescherming zijn vertraagd en niet vastgelegd in 2022. Het benodigde verplichtingenbudget van € 10,9 miljoen is doorgeschoven naar 2023.

Uitgaven

12.02 Onderhoud en Vernieuwing

Op dit artikelonderdeel is € 26,1 miljoen minder gerealiseerd dan begroot bij de 2e suppletoire begroting. Dit overschot is via het saldo van 2022 naar 2023 geschoven. De grootste saldomutaties doen zich voor op het Vervanging- en Renovatie-programma (€ 19,9 miljoen):

  • A10 Rozenoordbrug: de versterking van fase 1 is afgerond. Er is sprake van een overschot van € 3,1 miljoen. Dit bedrag is doorgeschoven naar 2023;

  • A12 IJsselbruggen: de opgegeven prognose op basis van de concept termijnstaten was hoger dan de realisatie op basis van de definitieve termijnstaten. Dit overschot van € 3 miljoen is doorgeschoven naar 2023;

  • Van Brienenoordbrug: de ingenieurskosten zijn in 2022 lager uitgevallen dan eerder ingeschat. Dit overschot van € 2,6 miljoen is doorgeschoven naar 2023;

  • Project Tunnelrenovaties Zuid-Holland: er is vertraging opgetreden in de aanbesteding van de ingenieursdiensten. Het bedrag van € 2,1 miljoen is doorgeschoven naar 2023;

  • Het restant (€ 9,1 miljoen) wordt veroorzaakt door lagere realisaties bij diverse kleine projecten/posten. Dit bedrag is doorgeschoven naar 2023.

Tot slot is er sprake van een vertraging bij een deelproject op het programma Intelligente Wegkantsystemen langs de weg (IWKS). Het gaat hierbij om € 4,7 miljoen. Dit bedrag is doorgeschoven naar 2023.

12.03 Ontwikkeling

Op dit artikelonderdeel is € 79,8 miljoen minder gerealiseerd dan begroot bij de 2e suppletoire begroting. Dit overschot is via het saldo van 2022 naar 2023 geschoven. De grootste saldomutaties doen zich voor op het aanlegprogramma (€ 62,8 miljoen):

  • Programma Geluid-Weg: mede als gevolg van de vele zienswijzen en het verschuiven van beroepstermijnen is verdere vertraging opgetreden op het onderdeel gevelisolatie. Het benodigde budget van € 14 miljoen is doorgeschoven naar 2023;

  • Het restant (€ 48,8 miljoen) wordt veroorzaakt door diverse lagere realisaties bij verschillende projecten/posten. Deze bedragen zijn doorgeschoven naar 2023.

Het planning- en studieprogramma is met € 7,2 miljoen verlaagd en het artikelonderdeel voor optimalisering van gebruik is verlaagd met € 2,7 miljoen. Deze bedragen schuiven door naar 2023.

12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Op dit artikelonderdeel is sprake van een tekort van € 6,8 miljoen. Dit tekort is afgedekt door saldo van 2023 naar 2022 te schuiven. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de volgende projecten:

  • A16 Rotterdam: tegen de verwachting in heeft er alsnog een betaling moeten plaatsvinden voor een wijziging met betrekking tot hittewerende bekleding. Daarnaast heeft een betaling plaatsgevonden met betrekking tot de vaststellingsovereenkomst inzake Covid-19, dit was eerder niet voorzien in 2022. Het gaat hierbij om € 14,4 miljoen. Dit bedrag is van 2023 naar 2022 geschoven;

  • A27 Houten-Hooipolder: doordat tendervergoedingen zijn betaald vanaf het artikelonderdeel 12.04 in plaats van 12.03 is de realisatie op dit artikelonderdeel hoger dan voorzien. Het gaat hierbij om € 12,1 miljoen. Dit bedrag is van 2023 naar 2022 geschoven.

Ontvangsten

Op de ontvangsten is € 30,8 miljoen minder ontvangen dan begroot bij de 2e suppletoire begroting. De nog te ontvangen bedragen zijn via het saldo van 2022 naar 2023 geschoven. Het gaat hierbij voornamelijk om de volgende projecten:

  • Schiphol-Amsterdam-Almere (A9/A10/A1/A6): de lagere ontvangsten worden veroorzaakt door een verschil van inzicht met de Gemeente Amsterdam over de ontvangst die voorvloeit uit de Bestuursovereenkomst. Het gaat hierbij om € 23,3 miljoen. Het nog te ontvangen bedrag is doorgeschoven naar 2023;

  • Programma aansluitingen: de eindafrekening van de subsidieafspraken met de provincie Zuid-Holland voor de projecten A15-N3 en A16-N3 worden niet meer in 2022 verwacht maar in het eerste kwartaal van 2023. Het gaat hierbij om € 8 miljoen. Het nog te ontvangen bedrag is doorgeschoven naar 2023.

Licence